Column (dr. R. Bisschop): Mailtjes en reacties
Als Kamerlid krijg je dagelijks heel wat mailtjes – om van reacties op berichten op sociale media zoals Twitter, Facebook en Instagram maar niet te spreken. Omdat de debatten en de voorbereiding erop je geen tijd laten om daar zelf op te reageren, handelen onze secretaresses en medewerkers die zo zorgvuldig mogelijk af. Soms moet je echter tijd vrijmaken om persoonlijk te antwoorden. En dat is af en toe best lastig.
Bij hartverwarmende meelevende en bemoedigende mailtjes en reacties is dat niet zo moeilijk. Als iemand je een hart onder de riem steekt na een pittig debat, stemt je dat dankbaar omdat je je gesteund weet. Zeker als zijn of haar gebed dat bericht vergezelt. Ook als er in een reactie kritisch doorgevraagd wordt naar de inbreng in het debat of naar de uiteindelijke standpunt- bepaling is dat waardevol. Dat houdt je scherp, en vaak merk je dat een goede toelichting verhelderend werkt, zodat er in elk geval begrip ontstaat voor de gemaakte afwegingen.
Lastiger wordt het als een schrijver of schrijfster nogal bruusk of gewoon lomp reageert. Vaak is de inhoud zó negatief, aanvallend en bevooroordeeld dat een serieuze reactie weinig zinvol lijkt, ondanks de sprekende teksten. Met name rond het coronabeleid, maar ook op het terrein van landbouw en onderwijs gebeurt dat regel- matig. Je hebt dan de neiging om zo’n mailtje te negeren. Als dat aan alle Kamerleden is geadresseerd, valt dat ook te verdedigen.
Wat moet je aan met vragen zoals: „Waarom steunen jullie die corrupte bende nog?!” Of: „Zien jullie dan niet dat jullie meewerken aan een dictatuur?” Of: „In de Kamer staan jullie te klagen en te zeuren over dat de kinderen het zo zwaar hebben, maar jullie laten alle disproportionele coronamaatregelen doorgaan. Hoezo? KAPPEN NU!! LAAT DE KINDEREN MET RUST!!”
Moet je je verweren tegen beschuldigingen zoals: „Speelt u het corona-spelletje mee om tactische redenen, en bent u op de hoogte van de ware achterliggende bedoelingen? Of verkeert de SGP nog altijd in een diepe, diepe slaap en neemt zij de onbewezen, misdadige maatregelen die miljoenen slachtoffers eisen nog serieus?” Of: „Oplichters. Allemaal! Zakkenvullers!” Daar kun je het als Kamerlid mee doen. Of om de bloemlezing te vervolgen: „We leven in een ‘PATHOCRATIE’ of wel in een land dat wordt bestuurd door psychopaten” (gericht aan alle fracties).
Wil je serieus ingaan op eisen als: „Leg dit ff uit dan!” Of: „STOP DIT NU! Kijk in uw hart en zie hoe ons volk lijdt onder deze idioterie [van de coronamaatregelen]”? Of op een vergelijking van de nazipraktijken in 1933: „GEACHTE LEDEN, LAAT WE LEREN VAN DE GESCHIEDENIS ZODAT DEZE ZICH NIET KAN HERHALEN DEZE SPOEDWET MAG ER NOOIT KOMEN.”? Inderdaad, ze gebruiken nogal eens hoofdletters om hun boodschap te markeren.
Wil je je bang laten maken door bedreigingen? Dat de Kamerleden „Landverraders. Vieze landverraders” zijn – met bijbehorend perspectief op hun droevige einde? Want wegens ‘medeplichtigheid’ aan een ongewenste maatregel dreigt hen een tribunaal. „ZWIJGEN = TOESTEMMEN = MEDEPLICHTIG = TRIBUNAAL.” Daarmee zal in dat verband wel een soort volksgericht bedoeld zijn.
En moet je je serieus verdedigen tegen oordelen zoals: „Kamerleden zijn onbenullig en hebben geen enkel inzicht. Ze praten als een kip zonder kop”? Of hoe zou je een vonnis als: „Voor mij bent u geen vertegenwoordiger meer, u bent vergif voor onze democratische samenleving” op redelijke wijze kunnen corrigeren?
Hoe ga je om met dergelijke vragen, beschuldigingen, eisen, bedreigingen en oordelen? Inhoudelijk kun je die vaak niet serieus nemen, omdat ze kant noch wal raken. Tegelijk irriteren ze ook vanwege de klaarblijkelijke onredelijkheid en ondeskundigheid. Maar toch… Onder de oppervlakte van de gehanteerde taal schemert vaak oprechte zorg. Als je dat inziet, kunnen dergelijke signalen je als volksvertegenwoordiger helpen om je werk te doen. Al die mailtjes en reacties kunnen zo helpen om bij te dragen aan een beleid dat leidt tot ”gerust en stil leven” voor ons allen.
De auteur is lid van de SGP-Tweede Kamerfractie