Voor de toekenning van de Archeon Thea Beckmanprijs zoekt de jury elk jaar naar goed geschreven verhalen die een overtuigende historische insteek hebben. De prijs bestaat uit een geldbedrag van 1.000 euro. De jury van de Archeon Thea Beckmanprijs bestond uit Hubert Slings (voorzitter), Liselotte Dessauvagie, Inge Mooiman, Monique Veldman en Moniek Warmer. „De vijf boeken die uiteindelijk door ons zijn genomineerd, bieden stuk voor stuk mooie en meeslepende historische verhalen, goed verteld en naar het oordeel van de jury aantrekkelijk voor de doelgroep. Onder de criteria die de jury heeft toegepast, is een gelijkwaardige rol weggelegd voor literaire kwaliteit en historische zeggingskracht. De overtuigingskracht waarmee het verhaal historisch ingebed is, weegt zwaar mee in de beoordeling”, aldus de jury.

Voor de prijs waren genomineerd: ”Opzoek naar jou”, van Syl van Duyn, ”Wij blijven bij elkaar” van Martine Letterie, ”Meerminnen verdrinken niet” van Saskia Maaskant, ”IJzerkop” van Jean-Claude van Rijckeghem en ”Offerkind” van Rob Ruggenberg.

Naast de volwassen jury was er ook een kinderjury, bestaande uit 12 lezers onder begeleiding van schrijfster Marte Jongbloed. De kinderjury heeft op zaterdag 4 september een geheime vergadering gehad in de bibliotheek in het Eemhuis te Amersfoort waar zij de gelezen boeken besprak en hun Jonge Beckman-winnaar hebben gekozen, de prijs voor het beste historische jeugdboek volgens de lezers zelf. De winnaar van de Jonge Beckman ontvangt 500 euro.

De 12 juryleden van de Jonge Beckmanprijs hebben eveneens Jean-Claude van Rijckeghem met zijn boek ”IJzerkop” bekroond tot winnaar. De jury van de Jonge Beckman was ook onder de indruk van het boek van Rob Ruggenberg en gaven zijn boek ”Offerkind” een eervolle vermelding. IJzerkop

”IJzerkop” gaat over de achttienjarige Stans uit Gent; ze houdt nooit haar mond, liegt en doet alles wat niet mag. Ze droomt ervan Gent achter zich te laten en iets van de wereld te zien. Daar wordt abrupt een einde aan gemaakt als haar vader failliet dreigt te gaan en Stans met een rijke, opdringerige geldschieter moet trouwen. Ook al heeft hij een bad met warm water en koopt hij zijden kleren voor Stans, haar huwelijk is een gouden kooi. Zelfs het leven van een soldaat in het leger van Napoleon lijkt haar aantrekkelijker. Stans loopt weg, onherkenbaar, in de kleren van haar echtgenoot en komt in Parijs terecht bij Napoleons veertiende compagnie. Ze moet tot elke prijs verborgen houden dat ze een meisje is. Haar broer Pier zit haar op de hielen. Hij is vastbesloten haar te vinden en terug te brengen naar haar man.

Bekijk hier het volledige juryrapport.