Omstreden Namenmonument voor mensen zonder graf
Koning Willem-Alexander opent zondag het Nationaal Holocaust Namenmonument in Amsterdam. Daarmee is een project voltooid dat vanaf het begin omstreden is geweest.
De discussie ging niet over de vraag of de slachtoffers van de barbaarse Jodenvervolging tijdens het nazibewind moeten worden herdacht. Wel over de omvang en locatie van het monument, en over de vraag wie erop vermeld moesten worden.
Het idee ontstond in 2005. Toen werd het Nederlands Paviljoen in Auschwitz geopend. Daar staan bijna 57.000 namen op een wand van Nederlandse Joden die in dat kamp zijn vermoord.
Het had nogal wat voeten in de aarde voordat er in Nederland een soortgelijk monument kwam. De onthulling komt ook zes jaar later dan gepland werd. Het Nederlands Auschwitz Comité begon in januari 2014 geld in te zamelen en dacht dat het monument in september 2015 wel gereed kon zijn. Sponsors konden voor 50 euro een naam adopteren. Iemand in New York nam er gelijk maar 24 voor zijn rekening.
Locatie
Dat het monument in Amsterdam kwam, lag voor de hand: daar woonde een groot deel van de Joodse gemeenschap, daar werden de Joden uit andere plaatsen tijdens de oorlog naartoe gedreven en op transport gesteld naar doorgangskamp Westerbork, tussenstation op weg naar de vernietiging.
Het Namenmonument moet indruk maken door „de overdonderende massaliteit” van de namen, zei het comité. Uit vier locaties werd het Wertheimpark gekozen. Buurtbewoners protesteerden met succes: ze vonden het monument te massief voor het park. Het duurde twee jaar voordat een nieuwe locatie werd gekozen: een groenstrook langs de Weesperstraat, in de buurt waar vroeger veel Joden woonden. Daar stond het Monument van Joodse Erkentelijkheid. Het was in 1950 op het Weesperplein onthuld, in 1968 naar de Weesperstraat verplaatst vanwege de aanleg van de metro en ging nu weer terug naar het Weesperplein. Het is typisch een product van de wederopbouwtijd, met nadruk op de overlevenden in plaats van op de slachtoffers.
Die laatsten worden in herinnering gebracht op het nieuwe namenmonument. Het is een ontwerp van de Amerikaanse architect Daniel Libeskind, die een jaar na de bevrijding uit Pools-Joodse ouders werd geboren. Het monument bestaat uit muren met daarop vier Hebreeuwse letters van spiegelend roestvrij staal die samen de tekst ”In herinnering aan” vormen. De muren, 200 meter lang en twee meter hoog, zijn opgebouwd uit ruim 104.000 stenen. Daarin heeft een robot in Gorinchem 102.000 namen gelaserd: de Nederlandse slachtoffers van de Shoah (Holocaust), in alfabetische volgorde, met naam, geboortedatum en de leeftijd bij overlijden. Dat vroeg om een goede planning en controle: de alfabetische volgorde begint bovenaan, terwijl de opbouw van de muren onderaan begon. Uit respect werden de stenen in kleine hoeveelheden aangeleverd, zodat er geen pallets vol stenen op de bouwplaats stonden. De stenen zijn niet gemetseld, maar verlijmd. Om het hele proces te testen, werd eerst een proefmuur gemaakt.
Rechtszaken
De stenen zijn gebakken door de Nijmeegse fabriek Rodruza. Gratis. Het zijn straatklinkers, omdat die geen water doorlaten. Ruim 25.000 stenen worden op voorraad gehouden, voor het geval later blijkt dat er iets onjuist is vermeld of als er nieuwe namen worden ontdekt.
Het kabinet kwam met 2,3 miljoen euro over de brug en voegde daar later –vanwege tegenvallende kosten– nog 6 miljoen aan toe. De gemeente Amsterdam stak 3 miljoen in het project en draagt ook zorg voor beheer en onderhoud.
Rond het monument komen volwassen bomen te staan. Dat ondervangt een van de bezwaren van omwonenden, die protesteerden tegen het enorme monument. In 2018 sprak het stadsbestuur uit dat de bouw mocht doorgaan. De tegenstanders gingen in hoger beroep en wisten bij de rechtbank te bedingen dat het kappen van 24 bomen werd uitgesteld. Toen de voorbereidingen later toch begonnen, probeerden de omwonenden die door een bouwstop stil te leggen, maar de rechter wees dat af.
Burgemeester Halsema sloeg op 19 juni vorig jaar de eerste paal en op 23 september legde Jacqueline van Maarsen –klasgenote en vriendin van Anne Frank– de eerste steen. Vijf weken later verwierp de Raad van State de ingediende bezwaren definitief.
Mededaders
Kritiek klonk er ook op de namenselectie: waarom zijn alleen mensen zijn vermeld die geen graf kregen? In de database zijn ook tientallen fouten aangewezen.
Een ander pijnpunt: „Op het monument komen namen te staan van omgekomenen die begonnen als slachtoffers maar werden tot mededaders”, schreef rabbijn Lody B. van de Kamp in het RD. „Het oprichten van dit namenmonument leidt onverbiddelijk tot een historisch ontoelaatbare vervaging tussen slachtoffers en daders. En dat is zeker voor een monument dat slachtoffers moet gaan eren een grove schending van respect. Als nabestaande van in die kampen omgebrachte grootouders en talloze andere naaste familieleden kan ik niet anders dan mij verzetten tegen dit bouwwerk.”
„Ik begrijp hem, maar ik deel zijn mening niet”, reageerde opperrabbijn Binyomin Jacobs. „Ieder mens heeft recht op een graf. Op z’n minst een grafzerk zonder graf. En de beoordeling of een enkeling ten onrechte erop staat, laten we aan Boven over.”
Bezinning
Naast de 102.000 Joden zijn ook de 220 Sinti en Roma vermeld die door de nazi’s zijn omgebracht. „We kunnen de levens van deze landgenoten niet meer redden, maar hun namen wel”, zei toenmalig staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner toen de plannen vaste vormen aannamen. „En telkens als we die namen zien, dan weten we hoe groot het gat is dat in onze samenleving geslagen werd.”
Nu is het monument klaar. Een plaats om te herdenken, een plaats voor bezinning en educatie. Zoals het Auschwitz Bulletin het samenvatte: „Als waarschuwing voor de huidige en toekomstige generaties om te laten zien waar antisemitisme en racisme toe kunnen leiden.”
Noodverordening
Tijdens de onthulling is een noodverordening van kracht, zo werd vrijdagmorgen bekend. Burgemeester Halsema schrijft dat in een brief aan de omwonenden van de Hoftuin van de Protestantse Diaconie, waar de onthulling plaatsheeft. Ook mogen bewoners niet van een afstand kijken naar de onthulling, bijvoorbeeld vanaf hun balkon.
De noodverordening werd ingesteld na overleg met het openbaar ministerie en de politie. Hij geldt zondag tussen 11.00 en 17.00 voor de Hoftuin en nabije omgeving. De maatregel maakt het voor de politie mogelijk om mensen preventief te controleren. Bij de onthulling van het monument zijn alleen genodigden welkom.
Verder is het van 13.00 tot 17.00 uur verboden om de onthulling te volgen vanaf een balkon, logia, dak of dakterras, schrijft Halsema. „Ook dienen ramen en deuren aan die zijde gesloten te zijn, om een ongestoord verloop van de onthulling mogelijk te maken.”
Koning Willem-Alexander onthult het monument, samen met voorzitter Grishaver van het Nederlands Auschwitz Comité. Minister-president Rutte en burgemeester Halsema houden een toespraak.