Psalm 130 is kompas voor hoopvol leven
Hopen is iets anders dan niets doen. Het is je verantwoordelijkheid nemen in het vertrouwen dat God er zin aan geeft en Hij voor de afronding zorgt. Gods weg met ons is een weg van uitredding en verlossing.
De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen. Prachtige woorden uit Psalm 19. Misschien hebben we deze zomer extra tijd gehad om onder de indruk te raken van Gods schepping. Ik bracht enkele weken door op een prachtige plek waar het ’s nachts nog echt donker is. In heldere nachten zie je dan een indrukwekkende sterrenhemel. En dan kan zomaar een lied, een psalm je te binnen schieten. Van een Amerikaanse astronoom leerde ik dat het totale aantal sterren in het universum groter is dan alle zandkorrels op alle stranden van de planeet aarde! Hoe overweldigend is dat!
Over die zandkorrels lees ik dan ook weer iets bijzonders in Psalm 139. Daar staat iets over de kostbare gedachten van God over ons, die talrijker zijn dan de korrels zand. Je zou kunnen zeggen dat dit genoeg moet zijn om je als klein, nietig mensje toe te vertrouwen aan deze almachtige God. Of is het niet zó eenvoudig?
Finsta en rinsta
De praktijk van het leven is zo weerbarstig. Er zijn ook dagen en misschien wel periodes dat het leven pijn doet, dat andere gedachten en gevoelens zich aan je opdringen én dat je dan misschien zelfs niet zo goed weet hoe je de diverse aspecten van je bestaan bij elkaar moet krijgen. Wat zal de dag van morgen brengen? Zul je je baan behouden? Zal de kanker terugkomen. Zal je huwelijk ooit beter worden? Zul je weer gepest worden?
Jongeren zijn in vergelijking met hun ‘soortgenoten’ in de jaren vijftig van de vorige eeuw steeds banger geworden. De maximale vrijheid die je nu als individu krijgt en het moeten slagen in dit leven weerklinken eindeloos en worden vaak als bedreigend ervaren. Ik zie paniek, omdat jongeren overweldigd worden door alles om hen heen. Angst, omdat ze het gevoel hebben dat ze de wereld niet doorzien. Angst om buiten de boot te vallen. De existentiële angst ook dat ze niet zullen voldoen aan de torenhoge verwachtingen van anderen. En ondertussen planten sociale media allerlei zaadjes van minderwaardigheidsgevoelens. Je hoeft Instagram of Facebook maar te openen of je ziet een vloed aan filmpjes over paniekaanvallen en angsten.
Dat dit allemaal wat ongemakkelijk en ingewikkeld is, zie je ook in het verdere gebruik van sociale media. Ongeveer een kwart van de deelnemers heeft meerdere Instagramaccounts om de verschillende aspecten van hun bestaan te scheiden. Zij spreken over ”rinsta” en ”finsta”, ofwel ”real Instagram” en ”fake Instagram”. Op het openbare real Instagramprofiel delen jongeren een selectie van de mooiste plaatjes en belevingen, terwijl het afgeschermde fake Instagramprofiel wordt gebruikt voor de onopgepoetste posts. Daar komen de berichten voorbij dat het slecht gaat met iemand en gevoelige onderwerpen als drugsgebruik en suïcidaliteit.
Schreeuw tot God
In de Psalmen kom ik die scheiding tussen verschillende levenssferen níet tegen. Natuurlijk wel dat je kunt verzinken in een toestand zoals Psalm 130 die beschrijft, namelijk dat de bodem onder je leven is weggevallen. „Uit de diepte roep ik U, Heere, mijn God!”
De pijn van het leven is niet iets wat een beetje vervelend is, wat je moet verzwijgen of in een apart hokje moet stoppen. Die is ook geen puzzel die je moet verklaren. Je moet de negatieve aspecten van de realiteit onder ogen zien, onderkennen en niet verdringen.
Het begint ermee dat je het lijden, de pijn en de teleurstelling die je ervaart onder ogen ziet en erdoorheen gaat. Lach het niet weg en verdring het niet. Stel er ook niets positiefs, dat je bijvoorbeeld een kick geeft, tegenover. Vlucht ook niet weg in goedkope en slimme antwoorden.
Psalm 130 laat een andere route zien. De psalm begint bij de diepte, bij de pijn, bij de schreeuw tot God. Met het onomwonden, openlijk en hartstochtelijk voor God neerleggen wat dwars ligt. De Bijbel kent geen snelle oplossingen voor de pijn van het leven en is ook geen handboek voor positief denken. Nee, het lijden wordt omhooggehouden, verkondigd en in gebed gebracht. Wie dat niet doet, loopt het gevaar cynisch of somber te worden. Het Evangelie biedt juist een heel andere kijk op het lijden: daarin trekken we de diepte binnen.
Het tweede in deze psalm is dat het lijden wordt ondergedompeld in God, omdat Hij met ons begaan is. God is niet onverschillig. Zijn hele wezen is ontferming. Daarom staat het ook zo mooi opgeschreven: „Ik bid tot God en wacht op wat Hij gaat zeggen en doen.” God zoekt de gewonden, verminkten en dwalenden, de mensen die opstandig zijn en ook hen die verward zijn.
In je paniek roep je misschien uit: „Wat kan ik er nog aan doen?” Het antwoord is: je kunt er iets aan doen. Je kunt een wachter (Psalm 130:6) zijn. Dat lukt alleen als je zeker bent van God en weet dat Hij hoop en perspectief biedt. Daar komt Psalm 130 dan ook op uit en dat mag de toonzetting zijn van ieders persoonlijke leven. De hoop stoelt op de overtuiging dat God actief betrokken is op je leven en dat Hij krachtig aan het werk is om verlossing te geven. Hoe diep je ook zit, je bent nooit buiten het bereik van God.
Vertrouwen
Twee woorden vormen het hart van Psalm 130: wachten en uitzien, wachten en hopen.
Hopen is iets anders dan niets doen. Het is geen fatalistische berusting. Ook niet kunstmatige blijdschap de lucht in steken of de schone schijn ophouden.
Het is je taken en verantwoordelijkheid nemen in het vertrouwen dat God er zin aan geeft en dat Hij voor de afronding zorgt. Gods weg met ons is een weg van uitredding en verlossing. Daar is Hij op uit. Psalm 130 nodigt je uit om je hoop niet te baseren op iets wat ná het verdwijnen van je pijn, je teleurstellingen en je verdriet komt opdagen, maar op de feitelijke aanwezigheid van Gods genezende Geestkracht in alles wat je doormaakt.
Zonder wanhoop
Hoop betekent altijd klaar staan voor datgene wat nog niet geboren is, zonder wanhopig te worden als er geen geboorte in ons leven plaatsvindt. De hoop is als een nachtelijke hemel. Er is geen plekje zo donker of het oog dat er enige tijd op gericht blijft, ontdekt ten slotte een ster.
De auteur is directeur van de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort. Dit artikel is gebaseerd op haar op 3 september gehouden toespraak tijdens de opening van het nieuwe cursusjaar van de EH.