Amnesty roept op tot bescherming familie Munir
De familie van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir, die in september op een vlucht naar Amsterdam werd vergiftigd, moet worden beschermd. Dat heeft Amnesty International dinsdag gesteld, na bedreigingen aan het adres van de vrouw van Munir.
De mensenrechtenorganisatie liet weten dat zaterdag een onthoofde en verscheurde kip bij de vrouw van Munir was afgeleverd. Bij de kip zat een brief waarin werd gewaarschuwd het Indonesische leger niet in verband met de dood van Munir te brengen.
Munir overleed op 7 september aan boord van een Garuda–vliegtuig van Jakarta naar Amsterdam. De kerkelijke ontwikkelingsorganisatie ICCO had hem uitgenodigd. Uit een autopsierapport van het Nederlands Forensisch Instituut is gebleken dat de activist met arsenicum is vergiftigd.
Een Indonesische team bestaande uit politiefunctionarissen, forensische experts en toxicologen vertrok vorige week naar Nederland om het autopsierapport over de dood te inzien en verslagen te bekijken van mensen die in verband met de plotselinge dood van Munir zijn ondervraagd. De coördinator van de mensenrechtenorganisatie Kontras van Munir, Usman Hamid, reisde met het onderzoeksteam mee.