Witte en zwarte scholen
Rotterdam wil basisscholen gaan bijkleuren. Het gemeentebestuur stelt voor aparte wachtlijsten in te voeren voor witte en zwarte leerlingen. Telt een school te veel allochtone leerlingen in vergelijking met de wijk waarin de school staat, dan komen nieuwe leerlingen met een donkere huidskleur op een wachtlijst terecht terwijl autochtone leerlingen direct plaats kunnen nemen in de schoolbankjes. Het omgekeerde geldt voor scholen die ’te wit’ zijn.In Rotterdam zijn nu drie van de vijf basisschoolleerlingen van allochtone afkomst. In een wijk als Delfshaven is dat zelfs 90 procent. Rotterdam telt 22 te zwarte en 18 te witte scholen.
Het voorstel van de Rotterdamse wethouder klinkt op het eerste gehoor sympathiek. De praktijk heeft geleerd dat scholen die voor meer dan de helft uit leerlingen met een donkere huidskleur bestaan, vrijwel automatisch steeds donkerder worden. De gedachte achter het Rotterdamse plan is dat dat nadelige gevolgen heeft, bijvoorbeeld in de vorm van een taalachterstand. Dat moeten we echter niet te zwart-wit zien, want er zijn goede zwarte scholen en slechte witte scholen.
Een belangrijk motief van de wethouder is dat hij de integratie tussen allochtone en autochtone leerlingen wil bevorderen. Zeker nu de spanningen tussen deze bevolkingsgroepen pijnlijk duidelijk worden, is dat een goed streven.
Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom enkele grote politieke partijen direct instemmend hebben gereageerd op de voorstellen. Toch is er alle reden om er wat dieper over na te denken.
Allereerst is het goed om te beseffen dat zulke wachtlijsten niet anders zijn dan symptoombestrijding. De werkelijke oorzaak van de segregatie ligt dieper: bij het huisvestingsbeleid. Het is niet voor niets dat de te zwarte scholen zich vooral in bepaalde wijken bevinden. Hier is sprake van een kip-eisituatie: zulke eenzijdig gekleurde scholen zullen op hun beurt de wijk verder verkleuren en afgedwongen integratie kan dat mogelijk tegengaan. Omgekeerd is echter het gevaar van deze plannen dat autochtone ouders die hun kind niet op een witte school mogen plaatsen, versneld de wijk verlaten.
Pijnlijker is dat het wachtlijstenplan op gespannen voet staat met wetgeving: de Algemene wet gelijke behandeling en de grondwettelijk verankerde vrijheid van ouders om hun kinderen te sturen naar een school van hun keuze. Wie op de zwarte lijst staat en moet wachten op een wit kind, kan die vorm van discriminatie op huidskleur waarschijnlijk met succes aanvechten.
Ook aan artikel 23 moeten we niet tornen. Het is een kleine stap van onderscheid op grond van huidskleur naar onderscheid op grond van levensovertuiging. Toen begin dit jaar de commissie-Blok haar rapport over integratie publiceerde, vond een grote meerderheid van de Nederlanders dat islamitische scholen slecht zijn voor de integratie en dat er geen nieuwe islamitische scholen mogen worden opgericht. Orthodox-christelijke scholen werden daarbij in één adem genoemd. Minister Van der Hoeven van Onderwijs heeft al aangegeven dat deze scholen hun luiken naar de samenleving open moeten zetten. Deze scholen moeten echter vrij blijven in hun toelatingsbeleid.
Rotterdam moet dus zoeken naar andere mogelijkheden om de integratie te bevorderen. Die zijn er: gezamenlijke activiteiten tussen scholen, goede voorlichting aan ouders en betere spreiding van allochtonen over de stad.