Weinig animo voor doorwerken
Nederlanders zijn niet enthousiast over langer doorwerken, het afschaffen van de VUT of het geven van dagelijkse zorg aan ouderen. Ze zijn wel enthousiast over het zo lang mogelijk thuis laten wonen van ouderen.
Dat blijkt uit een onderzoek naar de beeldvorming over vergrijzing dat staatssecretaris Ross-van Dorp van Volksgezondheid maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Van de 902 ondervraagden is iets meer dan een kwart positief over langer doorwerken. Van de mensen tussen de 20 en de 40 jaar is 25 procent positief, van de 40- tot 60-jarigen is 19 procent die mening toegedaan en van de 60-plussers is 41 procent positief. Tweederde wijst verplicht langer doorwerken na het 65e levensjaar af en 64 procent is negatief over het afschaffen van de VUT.
Naasten altijd bijspringen met huishoudelijke hulp en lichte zorgtaken is niet populair, zo blijkt. Een kleine groep van 15 procent is daartoe bereid. Een meerderheid van de ondervraagden (57 procent) is alleen onder bepaalde voorwaarden bereid die mantelzorg te geven. Voor de meeste mensen hangt het ervan af wie die zorg nodig heeft, hoe zwaar het is en hoe lang helpen nodig is en of het wel met de eigen gezinssituatie valt te combineren.
Overigens blijkt dat 55 procent van de jongere ondervraagden wel van mening is dat ze die zorg aan hun eigen ouders moeten geven. Zij blijken ook het meest bereid om hun ouders in huis te nemen als dat nodig mocht zijn: 22 procent is daar zeker en 39 procent misschien toe bereid.
De mensen tussen de 40 en de 60 zijn daar het minst toe geneigd (7 procent zeker en 28 procent misschien). Van de 60-plussers zou 9 procent dat zeker en zou 32 procent dat misschien doen.
In het onderzoek is ook gevraagd wat de overheid, derden of mensen zelf kunnen moeten doen om langer doorwerken, mantelzorg en zelfstandig wonen te stimuleren. Daaruit blijkt dat mensen vooral vinden dat de overheid en de werkgevers de voorwaarden moeten scheppen om dit mogelijk te maken.