Tussen Koerden in Irak en Israël bestaan oude banden
Tussen de Koerden in Irak en de staat Israël bestaan al decennialang opmerkelijke banden.
Toen de Iraakse Koerden in 2017 in een niet-bindend referendum met overgrote meerderheid voor een onafhankelijkheid Iraaks-Koerdistan stemden, was de internationale steun voor hun wens vrijwel nihil. Met één uitzondering. De Koerden konden rekenen op de onvoorwaardelijke steun van Israël.
Het was een publiek geheim dat de toenmalige president van de Koerdische Autonome Regio, Massoud Barzani (2005-2017), relaties had ontwikkeld met Israël. Dit tot groot ongenoegen van de toenmalige Iraakse premier Nouri al-Maliki, die liet weten „dat we niet zullen toestaan dat er een tweede Israël gevestigd wordt in Irak.” Daarmee uitte hij een oude beschuldiging. Al in 1966 had de Iraakse minister van Defensie, Abd al’Aziz al-Uqayli, de Koerden verweten dat ze uit waren op „een tweede Israël” in het Midden-Oosten.
Koerdische activisten schamen zich echter niet voor de pro-Israëlische houding. Ze verwijten de Arabieren dubbelhartigheid. Want waarom steunen die wél de Palestijnen, maar de Koerden niet? De Koerden beschuldigen de Arabische staten ook van schijnheiligheid. De hele regio weet immers dat ze achter de schermen samenwerken met Israël. Waarom dan zoveel misbaar als het door bijvoorbeeld journalisten zwart of wit wordt gesteld?
De steun onder de Koerden zelf voor betrekkingen met Jeruzalem is bijzonder groot. Een onderzoek uit 2009 wees uit dat toen al 71 procent van de Koerden voorstander was van diplomatieke betrekkingen met Israël.
Oude banden
In The Jerusalem Post stond recent een opmerkelijk interview met de nu 87-jarige Eliezer Tsafrir die zijn hele leven voor de Israëlische geheime dienst, de Mossad, werkte. Hij vertelde over „een van de meest fascinerende verhalen in de geschiedenis van Israëls geheime diplomatie in het Midden-Oosten”: een Israëlische missie in Iraaks-Koerdistan, vanaf het midden van de jaren 60 van de vorige eeuw. Het maakte deel uit van wat bekend stond als de „strategie van minderheden.” Israël probeerde contacten te leggen met niet-Arabische minderheden in de regio.
De Mossad leverde de Iraakse Koerden in het kader hiervan niet alleen militaire adviseurs, maar ook wapens. Deze missie eindigde officieel in 1975, maar de Israëlische relaties met de Koerden, en met name de Barzanifamilie, bleven bestaan.
Banden waren er ook met de sjah van Iran. Tsafrir onthult in het interview een opmerkelijk geheim. In oktober 1978 was duidelijk geworden dat de troon van sjah Reza Pahlavi in Iran wankelde: in Parijs bereidde ayatollah Khomeini zijn revolutie voor. Rond deze tijd ontbood de sjah Tsafrir om de Mossad te vragen Khomeini in Parijs te vermoorden. Problemen zou het niet geven. Twee weken eerder was de Franse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken in Teheran geweest en die zou tegen de sjah hebben gezegd dat „Parijs de andere kant op zou kijken indien er iets met Khomeini zou gebeuren.” Israël weigerde echter: een besluit dat Tsafrir nu betreurt.
Legende
Er bestaat een oude legende die Joden en Koerden genetisch met elkaar verbindt. Daarin heeft koning Salomo ook zeggenschap over de bovennatuurlijke wereld en vraagt hij zien engelen om 500 beeldschone vrouwen uit Europa te halen. Bij terugkomst vernemen de engelen echter dat de koning is gestorven. Ze hielden de 500 vrouwen voor zichzelf en uit deze verbintenis werd de Koerdische natie geboren.
Een legende is uiteraard niet meer dan dat, maar Joden en Koerden hebben inderdaad een aantal gemeenschappelijke delers. Het zijn beide niet-Arabische volkeren, die door oorlogen en vervolgingen veelvuldig in de hoek gedreven zijn. Beide volken is lange tijd het recht op een eigen staat ontzegd. Het Joodse volk zou echter in 1948 de geschiedenis in eigen hand nemen en een staat stichten. De Koerden konden dit slechts bewonderen.
De Koerden leven verspreid in Turkije, Syrië, Irak en Iran. In al deze landen worden ze argwanend bekeken, terwijl Israël als een vijand wordt beschouwd. Ook dit gegeven van een gezamenlijke vijand brengt Koerden en Israël onmiskenbaar nader tot elkaar.