Poolse restitutiewet pijnlijk voor Joden
De relatie tussen Israël en Polen is ernstig bekoeld. Een week geleden zette de Poolse president Andrzej Duda zijn handtekening onder een zogenoemde restitutiewet. Deze maakt het bijna onmogelijk voor Holocaustslachtoffers en hun nabestaanden om bezit terug te eisen dat in de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werd geroofd en vervolgens na 1945 door de Poolse communisten in beslag werd genomen.
De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Yair Lapid, twitterde een uur nadat Duda zijn handtekening had gezet dat de wet „antisemitisch en immoreel” was. Vervolgens riep Israël de ambassadeur uit Polen terug voor spoedoverleg. De Poolse ambassadeur, op vakantie in eigen land, mocht blijven waar hij was.
Polen reageerde bij monde van premier Mateusz Morawiecki dat Israël de Holocaust voor politieke doeleinden misbruikt.
Woensdag stelde Polen dat ze de reizen van Israëlische scholieren naar de concentratiekampen in Polen, zoals Auschwitz, gaat onderzoeken. „Die trips voeden de haat tegen de Polen in de hoofden van de jonge Israëli’s.”
Het is niet voor het eerst dat Israël en Polen met elkaar overhoop liggen. In 2018 verbood de Poolse regering dat er nog gesproken zou worden over enig Pools aandeel in de moord op de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met name de nationalistische regeringspartij PiS wil meer aandacht voor het leed van de Polen zelf.
De partij heeft ergens een punt: in de oorlog lieten 2 miljoen Poolse burgers het leven. Anderzijds kwamen er in de oorlog 3 miljoen Poolse Joden om. Slechts een handjevol Joden overleefde de kampen en de vuurpelotons. Daar lijkt de regeringspartij echter niet van te willen weten. En dat is ongehoord.
Bij de diplomatieke botsing van afgelopen week is de aanleiding de zogenoemde restitutiewet. De Poolse wet verbiedt het goederen terug te vorderen die meer dan dertig jaar geleden door de staat in beslag zijn genomen. De wet richt zich op zaken die door de Poolse communisten zijn geconfisqueerd. Vooral Joden blijken in de praktijk de dupe te zijn van deze wet. Hierbij gaat het om overlevenden van de Holocaust of hun nabestaanden die naar Israël of de Verenigde Staten zijn getrokken, maar nooit schadeloos zijn gesteld voor de bezittingen die hun zijn ontnomen.
Hun huizen zijn nu in het bezit van Polen die deze in het verleden hebben aangekocht. Door een claim van Joodse nabestaanden zouden ze deze in principe kunnen kwijtraken. De Poolse regering heeft met de wet dit ‘probleem’ willen oplossen. De wet gaat echter voorbij aan het feit dat de Joden nooit schadeloos zijn gesteld. Bij sommige claims blijkt weliswaar sprake te zijn van fraude, maar dat is lang niet altijd het geval.
De Poolse regering moet de wet herzien en maatwerk leveren, zodat aan gedupeerde Joden recht wordt gedaan.