Schrille contrasten in wereld mogen christenen in rijk en vrij Nederland niet koud laten
Wat een schrille contrasten in deze wereld. Aan de ene kant de ellende in Afghanistan, waar veel mensen angstig afwachten wat het bewind van de taliban voor hen gaat betekenen.
Of de enorme problemen in Haïti, dat zaterdag door een zware aardbeving werd getroffen. Een groot deel van de bevolking was al arm, maar heeft het nu nog moeilijker gekregen.
En dan aan de andere kant de mededeling dat het in ons rijke land met de economie goed gaat. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft Nederland de recessie achter zich gelaten. We hebben de wind weer in de zeilen.
Dat hadden weinigen bij het uitbreken van de coronacrisis, anderhalf jaar geleden, verwacht. Toen werd ook door menige deskundige stellig rekening gehouden met een diepe recessie.
Al in de tweede helft van vorig jaar bleek dat mee te vallen. Weliswaar waren er branches met grote problemen, zoals de reissector of de horeca, maar over het algemeen ging het met de economie, mede door de enorme kapitaalinjecties van de overheid, toch redelijk. Veel bedrijven in sectoren als de bouw en de tuinaanleg zaten in de achterliggende periode zelfs al flink in de plus.
De positieve ontwikkeling blijkt volgens het CBS duidelijk uit de toename van het aantal banen en de afname van het aantal werklozen. Er zijn zelfs veel vacatures die moeilijk vervuld kunnen worden.
Natuurlijk is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Ook in ons rijke land profiteert niet iedereen van de vooruitgang. Dat vraagt niet alleen extra aandacht van overheden voor mensen die in de problemen zitten, maar ook van bijvoorbeeld diaconieën.
Tijdens de coronacrisis klonken er stevige oproepen dat er structurele veranderingen nodig zijn ten aanzien van belangrijke maatschappelijke vraagstukken als de toenemende kloof tussen arm en rijk in de wereld, de problemen in de zorg, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de klimaatverandering. Deze kwesties zijn nog steeds onveranderd urgent, zeker ook vanuit christelijke motieven als naastenliefde en rentmeesterschap.
Wat hebben we nu van de coronacrisis geleerd? Dat geldt ook in geestelijk opzicht. Raakt het een christen als we zien dat de pandemie ons land niet dichter bij de Heere heeft gebracht, terwijl daarvan nog steeds een ernstige sprake uitgaat? Laten we daarom al die belangrijke punten niet vergeten nu het weer beter gaat. Of maken we ons drukker om het afschaffen van de vrijheidsbeperkende maatregelen en het herstel van het ”oude normaal”?
Wat een schrille contrasten in deze wereld. Wie daarover nadenkt, mag in een rijk en vrij land als Nederland de handen wel vouwen en God danken. „Wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen?” De vele noden en zorgen dichtbij en veraf mogen een christen daarom niet koud laten.