Column (Ewoud de Jong): Ruimte scheppen
Mijn vrouw werkt twee dagen per week bij Dorcas als vrijwilliger. Ze doet dat met overgave en plezier, omdat ze er een opvallende vaardigheid in kwijt kan: ruimte scheppen. Goederen worden binnengebracht en goederen worden verkocht en daartussenin vindt het ordenen plaats.
Opeengestapelde goederen vinden hun plek in de winkel in een proces van neerzetten en verplaatsen, kortom: tentoonstellen. Hoe kun je spullen nu zó neerzetten, dat ze tot hun recht komen, gezien worden en vervolgens –uiteraard– verkocht worden? Tentoonstellen, inrichten heeft alles te maken met het scheppen van ruimte. In ruimte komen spullen tot hun bedoeling. En bij Dorcas is de bedoeling: verkocht worden, voor mensen in nood!
Grijpgrage handen en begerige ogen zijn al bij ons vanaf het begin. De Bijbel verbindt bezetten en koloniseren met duistere machten en invloeden. Hier geen ruimte scheppen en geen vrijheid, maar opgesloten raken in de ruimte van ons ego. We herkennen wel die hardnekkige neiging om vanuit onszelf te redeneren, ons ego als maat van alle dingen te nemen: ”ik vind, ik denk, jij moet dit of dat.”
Ik kom het in de spreekkamer pijnlijk uitvergroot tegen. Duistere machten die parasiteren op verwondingen en traumatisering in relaties krijgen vrij spel, zodat ons leven in het teken komt te staan van het obsessief (dwangmatig) beschermen van ons kwetsbare zelf: ”Pas op, voor je het weet word je beetgenomen. Laat je niet kennen want anders wordt er misbruik van je gemaakt en word je weer gekwetst.” Je hebt geleerd de wereld tegemoet te treden als een arena waarin posities moeten worden bevochten, het recht van de sterkste maar al te vaak zegeviert en jij veelal het onderspit delft. Hoe vervlochten raakt ons broze leven met de invloeden van de parasiet Diabolos, die ons obsessief geconcentreerd houdt op ons ego.
Als we echter obsessief bezig zijn met onszelf, met het opleuken en voeden van ons ego, scheppen we geen ruimte voor de ander of het andere in de veelkleurige schepping. De idee dat het goede zoeken voor de ander, de ander tot groei en bloei zoeken te brengen in kerk en maatschappij, ten koste gaat van mijn belangen, dat het geluk van de ander mijn ongeluk is, is helaas wijdverbreid.
Ruimte scheppen, tot recht laten komen, veronderstelt een receptieve en aandachtige houding. Gepaste ontvankelijkheid is hier het sleutelbegrip en goede psychotherapeuten hebben er weet van: op een consistente wijze het juiste doen, wat naar inhoud kan variëren naargelang de situatie, maar altijd afgestemd op de behoeften en noden van de patiënt. Ruimte scheppen vraagt ook een mate van zelfvergetelheid. Het eigen ego ‘vergeten’ in het gericht zijn op de ander. Dit kan in het besef dat het geluk van de ander ook mijn geluk is.
Deze levenshouding van zelfvergetelheid én het tot recht laten komen van Gods schepping in alle diversiteit is fundamenteel voor ons allemaal. Hoe vinden we anno 2021 onze plaats in een gedeelde wereld, die brandt en ”zucht”, in de zorg voor onze naaste, voor de vluchteling aan de grens, voor de bedreigde flora en fauna? Ik wil deze levenshouding spiritueel noemen omdat ze én ruimte schept voor de Geest én door diezelfde Geest gewerkt wordt. De Geest bevrijdt ons tot liefde, transformeert ons van obsessionele zelfgerichtheid tot zelfovergave en zorg.
De kerk als gemeenschap van aangenomen kinderen weet in de Geest van genade te mogen leven, in pure ontvankelijkheid, niet uit de werken. Daarom ziet ze daadwerkelijk af van de destructieve krachten van dominantie en macht, van het zogenaamd versterken van de eigen positie en het voeren van een eigen agenda. En zó reflecteert ze de vrije, gevende en gunnende liefde van God.
Een dergelijke kerk is van levensbelang om onze betrokkenheid op de wereld anno nu vorm te geven op allerlei terreinen van het leven, van gezondheidszorg tot politiek. Om in vrijheid te kennen en lief te hebben zonder naar het gebruik-voor-mij te vragen.
De auteur is psychiater.