Nieuwe Franca Treur: Woonboot in coronagolven
Terwijl Nederland in de ban van aanzwellende coronagolven is, schrijft Franca Treur een kleine roman, waarin ze op een ingenieuze manier corona, klimaatverandering, stijgend water en de ark van Noach met elkaar verbindt.
Een paar jaar geleden stond in deze krant een artikel over mensen die last hebben van klimaatstress. Klimaatpsychologen hebben zich erin gespecialiseerd om deze mensen te helpen. We deden er indertijd lacherig over. „Je kan ook overal stress van krijgen.”
Mijn reactie zou nu minder sceptisch zijn. Wekelijks, zo niet dagelijks, krijgen we alarmerende berichten over de gevolgen van klimaatverandering over ons heen – met als voorlopig dieptepunt de beelden van overstromingen in Limburg en onze buurlanden.
Het idee van Bruno, hoofdpersoon in Treurs nieuwste roman, om met het oog op de zeespiegelstijging in een varend woonschip te gaan wonen is dan ook weer niet te bizar om geloofwaardig over te komen. Hij slaat enorme hoeveelheden zaaigoed en houdbaar voedsel in. Ook dat leek tijdens de eerste coronaperiode ‘normaal’ te zijn geworden.
Pottenkijkers kan hij daarbij niet gebruiken, daarom wordt de bezorging ingepland op dagen dat zijn vrouw Loes niet thuis is. Als ze op een dag aankondigt toch thuis te werken brengt hem dat in een lastig parket. In zijn broekzak bliept de telefoon. „Goed nieuws! De bezorger is onderweg.” Dit soort grappige, herkenbare situaties zorgen ervoor dat de sfeer in ”De golf” lichtvoetig blijft.
Bruno, een gelauwerd schrijver, maakt zich dus grote zorgen om klimaatverandering en de stijging van de zeespiegel. Intussen doemen er andere onvoorziene dreigingen op. Terwijl iedereen van z’n vakantie geniet, ziet de schrijver een tweede coronagolf aan komen rollen. Mensen moeten liever niet op de woonboot komen – en al helemaal niet als ze met het openbaar vervoer reizen. Zijn vrouw gaat nog naar haar werkplek op de universiteit, raakt overal maar deurknoppen aan. „Ze zegt dat ze zichtbaar moet zijn als ze promotie wil. Dat is natuurlijk zo. Maar voor wie, hè?” Franca Treur is goed in dit soort veelzeggende, snappy zinnetjes.
Racisme
Hoewel schrijver Bruno op een enigszins doorgedraaid type lijkt, zijn zijn problemen uiteindelijk net zo urgent als die van Loes. Zij denkt vooral aan haar carrière in de academische wereld en aan alles wat dat kan bevorderen dan wel schaden. Misschien wil ze nog eens de politiek in, om „institutioneel racisme” aan te pakken. Bruno houdt er zijn eigen mening op na: „Ik ben ook tegen discriminatie. Maar racistisch zijn we gewoon. Punt. Zwarten zijn het zelf ook. Chinezen ook. Deal ermee (…).” Op sommige punten is hij dus van het nuchtere soort. Zij is altijd aardig, maar ook aardig hypocriet, bijvoorbeeld als ze uit eigenbelang een studente in huis haalt, waar hij vervolgens mee opgescheept zit.
Op aanraden van zijn echtgenote volgt Bruno therapie bij ene Job van der Zon. De therapeut heeft zo zijn stokpaardjes. (Wie niet? lijkt Treurs boodschap te zijn). Zijn cliënt wordt er niet veel wijzer van. „Er is nog geen enkel inzicht geweest, geen doorbraak, geen begrip op een mooie manier.”
Op een keer brengt Bruno de ark van Noach ter sprake. In de versie van de Amsterdamse schrijver heet het dat er een heleboel mensen hielpen bij het bouwen van de ark. Toen de regen kwam, kwamen al die helpers met hun gezinnen verwachtingsvol de loopplank op. Tot hun ontzetting worden ze er weer afgeduwd. Alleen dieren mogen mee. Helaas is dit de halve waarheid, maar blijkbaar heeft het zich zo in Bruno’s hoofd vastgezet. „Had Noach moeten selecteren: jij wel, jij niet?” vraagt hij zich hardop af.
De therapeut heeft geen antenne voor dit soort vragen en zo wordt het zware thema soepeltjes afgeserveerd. Bruno is intussen zelf een Noach-figuur. Hij ziet de dreiging en treft zijn voorbereidingen. Met dit verschil dat hij nauwelijks moeite doet om anderen te waarschuwen en er ook niet mee bezig is wie hij mogelijk kan redden.
Egoïsme
Franca Treur geeft in deze beknopte roman een goed beeld van de hedendaagse mens. Hij is in essentie egoïstisch en voornamelijk met zijn eigen dingen bezig. Voor elke preoccupatie is er wel een community op internet te vinden. Hij kibbelt wat, maar wil het ook gezellig houden. Is bezorgd over het één, terwijl het gevaar uit een heel andere hoek komt. We maken ons druk of we door corona nog wel naar het buitenland kunnen, blijkt dat daar de hele camping weggespoeld is. Zo dobberen we met z’n allen wat rond.
Schrijven is heilzaam volgens Treur en „het eindpunt zal zoiets zijn als de kapel voor de wandelaar op bedevaart. Koud en stenig.” Laat ik nu andere ervaringen hebben met kapelletjes onderweg. Een kruis in de verte: daar is rust en verkoeling. Daar kom ik op adem.
Boekgegevens
De golf, Franca Treur, uitg. Prometheus; 104 blz.; € 12,50