Wall Street oordeelt wisselend over resultaten grote bedrijven
Na weer een reeks bedrijfsresultaten is Wall Street dinsdag met kleine koersbewegingen aan de nieuwe handelssessie begonnen. Onder meer webwinkelconcern Alibaba, chemiebedrijf DuPont en kledingverkoper Under Armour openden de boeken. Beleggers reageerden wisselend. Daarnaast leven er zorgen op de financiële markten over de flink om zich heen grijpende Delta-variant van het coronavirus en de opstelling van China ten opzichte van gamesbedrijven.
Een Chinees staatsmedium heeft in een artikel opgeroepen om onlinegaming te reguleren. Volgens Economic Information Daily zijn veel tieners verslaafd en zijn de mobiele spelletjes „spiritueel opium”. Het bericht voedt de angst dat China de gamesector aan wil gaan pakken.
De Dow-Jonesindex ging in de eerste handelsminuten 0,2 procent omlaag naar 34.767 punten. De breed samengestelde S&P 500 zakte 0,1 procent tot 4384 punten en techbeurs Nasdaq won 0,1 procent tot 14.689 punten.
Het Chinese Alibaba ging in New York zo’n 4 procent onderuit. Het internetbedrijf heeft in het tweede kwartaal wel een flinke winst geboekt. Een kwartaal eerder leed het bedrijf nog een zeldzaam verlies door een miljardenboete van de Chinese autoriteiten voor monopoliepraktijken.
Under Armour kreeg er op zijn beurt juist bijna 3 procent aan beurswaarde bij en Dupont noteerde kort na de openingsbel zo’n 3 procent lager. Nieuwe resultaten van schoonmaakmiddelenproducent Clorox overtuigden duidelijk niet en dit aandeel werd bijna 12 procent lager gezet.
Ook het Nederlandse NXP, dat een notering heeft in New York, trok de aandacht. De chipfabrikant is met optimistische vooruitzichten gekomen, maar werd op Wall Street toch 0,5 procent lager gezet. Door het wereldwijde chiptekort is er veel vraag naar chips en niet alleen de voormalige halfgeleiderdivisie van Philips maar alle chipbedrijven maken daardoor de laatste tijd flinke groei door.
Er was ook ander nieuws met een Nederlands tintje. Frisdranken- en snackbedrijf PepsiCo verkoopt enkele sapmerken in de Verenigde Staten en Europa aan de Franse investeerder PAI partners, die tevens de eigenaar is van de Rotterdamse Wicky-maker Refresco. PepsiCo noteerde in de vroege handel in New York 0,3 procent hoger.
De euro was 1,1864 dollar waard, tegen 1,1875 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 2 procent goedkoper op 69,73 dollar. Brentolie kostte 1,8 procent minder op 71,60 dollar per vat.