Buitenland
Tegen wie vecht Europa eigenlijk op de Canarische smokkelroute?

De strijd van Europa tegen de clandestiene migratie is een strijd tegen professionele bendes van nietsontziende smokkelmaffia’s. Ook op de gevaarlijke route van West-Afrika naar de Canarische Eilanden. Maar klopt dat idee wel? Onderzoek in Senegal en Gambia onthult een totaal andere werkelijkheid. Het raakt aan de basis van het Europese migratiebeleid.

Lex Rietman
Het strand en de vissershaven van Tanji in Gambia. beeld Lex Rietman
Het strand en de vissershaven van Tanji in Gambia. beeld Lex Rietman

Op het strand van Tefess in Mbour (Senegal) ligt een half dozijn parelwitte vissersboten ‘geparkeerd’. De gloednieuwe boten van polyester steken af bij de zee van oude visserskano’s eromheen, met hun afgebladderde houten romp. ”Aan jullie zijde, waar je ook bent!”, staat op de flanken van de witte boten.

„Een project van de regering om migratie te stoppen”, legt visser Abdou Jahateh (37) uit. De boten zijn nooit gebruikt. Zo te zien zijn ze gestuurd door de ”Algemene Delegatie Voor Het Snelle Ondernemerschap Van Vrouwen en Jongeren”. Dat staat tenminste in grote letters op het witte polyester. Vrouwen en jongeren zullen nog even moeten wachten op hun snelle ondernemerschap in de plaatselijke visserij. „Ze brengen ons boten, maar de zee is leeg”, zegt Jahateh. „Daarom liggen ze hier ongebruikt, want er is geen vis.”

„Zes jaar geleden kon je nog genoeg vangen”, vertelt Pape Modou Dione (57). Hij is leider van de plaatselijke bond van ambachtelijke vissers. „Maar de regering heeft de zee verkocht aan de Chinezen, de toubabs (blanken, L.R.) en de Spanjaarden. Die slepen met hun trawlers de zee leeg. Daarom gaan we naar de Canarische Eilanden.”

„Zie je al die vissersboten hier op het strand?”, vervolgt Dione. „Dat komt doordat we niet eens genoeg vis vangen voor onze eigen families. Voor ons blijft alleen kleine vis over. Wij vissers organiseren de clandestiene overtochten naar Spanje. We vragen of onze kinderen, jongere broers en zussen willen gaan voordat ze van honger omkomen. Zij zijn onze helden, we zijn trots op ze.” Een twintigtal vissers luistert met instemming en respect. Dione heeft charisma.

Driehonderd kilometer noordelijker, aan de grens met Mauritanië, ligt Saint-Louis. Op het oceaanstrand van Guet Ndar zitten vier jonge mannen. Ze hebben allemaal een vak geleerd: automonteur, kleermaker, timmerman en meubelstoffeerder. Ze zijn allemaal werkloos. En ze willen allemaal naar Europa.

Ze turen naar de oceaan. Bijna 1400 kilometer verderop liggen de Canarische Eilanden.

Gevaarlijk

„Eigenlijk zou ik liever hier willen blijven”, zegt Aliou Diame, de automonteur. Hij is 33, getrouwd en heeft drie kinderen. „Als ik hier mijn ouders en mijn gezin zou kunnen onderhouden, was er geen reden om te vertrekken. Maar ik heb geen gereedschap en geen werkplaats. Zodra ik de kans krijg, stap ik in een pirogue naar de Canarische Eilanden.”

Pirogues zijn de visserskano’s die de West-Afrikanen gebruiken voor hun clandestiene zeereis naar de Spaanse archipel. Aliou weet dat de oversteek gevaarlijk is. De schipbreuken van het voorbije jaar, waarbij honderden bootvluchtelingen voor de West-Afrikaanse kust om het leven kwamen, zijn hier niemand ontgaan. Hij laat zich er niet door weerhouden. „Als we hier niet voldoende te eten hebben, is het beter om in de zee te sterven dan hier te zitten en niets te doen”, zegt hij.

17369375.JPG
Het strand en de vissershaven van Tanji in Gambia. beeld Lex Rietman

Het is er de laatste tijd niet makkelijker op geworden om een boot naar Europa te vinden. De controles langs de kust zijn verscherpt, vertelt Aliou. En bovendien heeft de politie, die hier samen met Spaanse collega’s patrouilleert, steeds meer verklikkers. De organisatie van de trips naar de Canarische Eilanden moet nu dus veel meer in het geheim verlopen dan voorheen.

Maar als je echt wilt, vind je altijd wel iemand met een boot om mee te vertrekken. Aliou kent zelf verschillende mensen die van plan zijn een trip naar Spanje te organiseren. „Het zijn vrienden, we drinken samen thee”, zegt hij.

Is het niet moeilijk om zijn gezin achter te laten? „Natuurlijk zal ik mijn familie missen”, zegt Aliou. „Maar het is nog veel pijnlijker om ’s ochtends op te staan in de wetenschap dat je vandaag weer niet in staat zal zijn om de huur te betalen en eten voor je kinderen op tafel te zetten. Als ik vertrek, in de hoop dat ik geld naar huis kan sturen en mijn familie een beter leven kan bieden, zal ik tenminste gemoedsrust hebben.”

Saint-Louis is een van de voornaamste vertrekhavens op de Atlantische migratieroute. Vorig jaar beleefde deze route een revival. Meer dan 23.000 West-Afrikaanse bootvluchtelingen kwamen aan op de Canarische Eilanden, het dichtstbijzijnde stukje Europa. Dat was het op één na hoogste aantal ooit, en bijna tienmaal zo veel als een jaar eerder.

Wereldnieuws

Tussen september en december –de oceaan is dan betrekkelijk rustig– bereikte de stroom een piek. Dagelijks meerden honderden migranten in vissersboten aan op de stranden van Tenerife, Gran Canaria en Fuerteventura. Sommigen hadden een reis van enkele dagen achter de rug. De kortste afstand, vanaf de kust van Zuid-Marokko, is 100 kilometer.

Anderen kwamen van verder: de Westelijke Sahara, Mauritanië, Senegal en Gambia. Degenen die in deze laatste landen aan boord waren gestapt, arriveerden uitgeput en in veel gevallen onderkoeld en uitgedroogd na een reis van één of twee weken. Vanaf de Gambiaanse kust is het hemelsbreed 1700 kilometer naar Gran Canaria.

17369376.JPG
Het strand en de vissershaven van Tanji in Gambia. beeld Lex Rietman

De situatie roept herinneringen op aan 2006. Toen slaagden 32.000 bootvluchtelingen erin de archipel te bereiken. Dramatische beelden van zojuist aangespoelde migranten te midden van strandtoeristen gingen de wereld rond. Veertien jaar later zijn de Canarische Eilanden weer wereldnieuws. Door de explosieve groei van de Atlantische route is Spanje opnieuw de voornaamste toegangspoort geworden voor clandestiene migratie naar Europa.

De oorzaken van deze verschuiving liggen voor de hand. Als Europa een bepaalde migratieroute verder dichtspijkert, vinden migranten nieuwe wegen – of ze herontdekken oude, zoals in dit geval. Het is inmiddels een bekend fenomeen. Spanje drong in 2019 de clandestiene migratie over de Middellandse Zee terug met de helft. Het jaar daarop vermenigvuldigde het aantal bootvluchtelingen naar de Canarische Eilanden met een factor negen.

Andere oorzaken van de heropleving van de Atlantische route hebben te maken met de pandemie. Reizen over land naar de Noord-Afrikaanse kust is door coronamaatregelen moeilijker geworden. En de instorting van de toeristische sector heeft tot gevolg dat tienduizenden West-Afrikanen hun belangrijkste bron van inkomsten zien verdampen.

Minder is bekend over de aard van het migratieproces zelf. Hoe werkt dat in de praktijk? Europese leiders brengen clandestiene migratie stelselmatig in verband met maffia’s en criminele netwerken van mensensmokkelaars of zelfs mensenhandelaren.

Migranten worden daarbij afgeschilderd als weerloze slachtoffers van meedogenloze professionele schurken, zoals de Spaanse minister Fernando Grande-Marlaska van Binnenlandse Zaken in november 2020 deed tijdens zijn bezoek aan de Canarische Eilanden.

Achterom

Klopt dat beeld? Wie organiseren de boottrips? En in hoeverre speelt de georganiseerde misdaad een rol van betekenis op de Atlantische migratieroute? Samen met collega’s ter plekke zochten we het uit in Senegal en Gambia.

Op een paar minuten lopen van de krokodillenvijver van Bakau, gewoonlijk een van de drukstbezochte toeristenattracties in deze stad van 50.000 inwoners aan de monding van de Gambia-rivier, woont Amadou. Het is niet zijn echte naam, want Amadou is een agent. Zo worden hier in Gambia de mensen genoemd die de clandestiene bootreizen naar de Canarische Eilanden organiseren: reisagent.

Iedereen in de buurt weet wat hij doet. En voor niemand is het een probleem. Behalve dan voor de politie. Onlangs werden dertien veronderstelde ”backway-smokkelaars” opgepakt in Barra, aan de overkant van de rivier. Backway is de naam die de Gambianen hebben bedacht voor de clandestiene migratie. Het is een mooie, plastische uitdrukking: als jullie in Europa de voordeur dichtgooien, gaan wij achterom.

De geheime politie SIS en de Eenheid Illegale Migratie waren de smokkelaars op het spoor gekomen in hun „strijd tegen het backway-syndroom en andere georganiseerde misdaden”, meldde de krant The Point. De arrestanten waren allen vissers.

Van huis uit is Amadou (40) ook visser. Maar er valt steeds minder te vissen. „Aziatische en Europese trawlers varen ’s nachts van volle zee tot dicht bij de kust”, zegt hij. „Ze halen de hele zee leeg. Dat is niet goed voor ons. Voor ons blijft maar een heel kleine vangst over.”

In Amadou’s tweede beroep zit ook de klad. Samen met een groep vrienden maakt hij muziek op feesten en partijen. Toeristenrestaurants en hotels zijn hun voornaamste klanten. Sinds de pandemie is deze bron van inkomsten dus ook opgedroogd.

Vijf jaar geleden begon Amadou aan zijn derde beroep, dat van agent. Het idee kwam van een neef. Samen organiseren ze nu eens per jaar een bootreis. Hun klanten, tachtig tot honderd per trip, bestaan voor het grootste deel uit vrienden en bekenden uit de buurt. Amadou hoeft niet aan werving te doen. De boot vult zich vanzelf.

„Het is natuurlijk business, maar tegelijk helpen we mensen die willen reizen”, zegt hij. „Van de honderd betalen er misschien zestig. Niet iedereen kan het zich veroorloven. Sommigen betalen het volle pond van 800 euro, maar de meesten betalen 400 euro. En wie echt niets kan betalen, laten we gratis instappen.”

Net als in Senegal treedt ook de politie in Gambia de laatste tijd strenger op tegen de clandestiene migratie, heeft Amadou gemerkt. Hij moet dus voorzichtig te werk gaan. Toch voelt hij zich geen misdadiger. „Wat wij doen is illegaal, omdat de regering het illegaal heeft gemaakt”, zegt hij. „Wij vinden dat we het recht hebben om te reizen. Vrijheid van verkeer is een mensenrecht. Maar jullie regeringen in Europa weigeren ons visa te geven. Als jullie naar Afrika gaan, leggen onze regeringen je niks in de weg. Ze eisen geen visum. Maar als wíj legaal willen reizen, zeggen ze in Europa: Dat kan niet, want je hebt geen visum. Dat is onrechtvaardig. Zolang dit niet verandert, zit er voor ons niks anders op dan het risico te nemen van de backway.”

Onderschept

Op het strand van Saly in Senegal ontmoeten we Mohamed Diop. Hij is 30, komt uit het nabijgelegen Mbour en heeft vanaf deze plek al twee pogingen gedaan om de Canarische Eilanden te bereiken. De eerste keer, in oktober, werd zijn boot kort na vertrek door de kustwacht onderschept. De tweede poging, enkele weken later, liep op een drama uit. Ten minste 23 van de 230 opvarenden verdronken toen de boot bijna kapseisde voor de kust van Saint-Louis in het noorden van Senegal. De beelden spoken nog vaak door zijn hoofd.

17369374.JPG
Voor IT-specialist Mohamed Diop is geen werk in Senegal. beeld Lex Rietman

Ondanks zijn traumatische ervaring wil Mohamed het opnieuw proberen. Hij is IT-specialist, maar in Senegal is geen werk voor hem. Het is een structureel probleem. Jaarlijks behalen 300.000 jongeren een universitaire graad, maar voor hen zijn slechts 25.000 banen beschikbaar. Mohameds visumaanvraag voor Frankrijk werd afgewezen. Ondanks een uitnodiging, een bankgarantie en bewijs van acceptatie door een Franse school.

Mohamed zou niemand aanraden in een visserskano naar Europa te stappen. Maar wie hier geen enkele bron van bestaan heeft zoals hijzelf, zou hij ook niet tegenhouden. „Als je met een visum door de voordeur naar Europa wil, gooien ze die voor je neus dicht”, zegt hij. „Voor ons zit er niets anders op dan de achterdeur te nemen. Daarom riskeren wij onze levens.”

Zijn de mensen die de clandestiene boottrips organiseren criminelen? „Nee, absoluut niet”, zegt Mohamed. „Dat is alleen maar propaganda van de regering. De meeste mensen weten dat. Wij zien ze nooit als bandieten of misdadigers. Natuurlijk kost een plek in de boot veel geld, want wie de reis organiseert, loopt een groot risico. Maar we kennen elkaar hier bijna allemaal, en wie echt niet kan betalen, krijgt korting of mag gratis mee. Organisatoren van de boottrips en kapiteins worden niet voor niets vaak samaritanen genoemd. Zij openen de deur naar de kans op een betere toekomst.”

Contrast

Samaritanen. Een groter contrast met het Europese perspectief is nauwelijks denkbaar. Zo komt een veel aangehaald rapport van Europol over illegale migratie tot de volgende conclusie: „Een complex, meedogenloos en multinationaal netwerk van migrantensmokkelaars is ontstaan rond Europa’s ongekende migratiecrisis. Het genereert miljarden euro’s voor de criminele groepen die daarbij betrokken zijn.”

Volgens Europol maakt meer dan 90 procent van de migranten op weg naar Europa gebruik van de diensten van deze migratiemaffia’s. Deze visie, waarin clandestiene migratie onlosmakelijk verbonden is met criminele netwerken en de internationale georganiseerde misdaad, ligt ten grondslag aan het Europese migratiebeleid.

De smokkelaars maken flinke winsten. Volgens een schatting van de Senegalese journalist Mountaga Kane, gespecialiseerd in clandestiene migratie, houden de organisatoren netto rond de 30.000 euro per trip over. In de regel komt dat neer op zo’n 3000 euro per persoon. In Gambia liggen deze bedragen ongeveer op hetzelfde niveau.

Het is veel geld, zeker in de West-Afrikaanse context. Maar daarvoor riskeren zij wel enkele jaren gevangenisstraf. En waarschijnlijk zijn het geen bedragen waar een „complex, meedogenloos en multinationaal netwerk van migrantensmokkelaars” van onder de indruk zou raken.

Meestal betalen migranten die vanuit Gambia en Senegal vertrekken 400 tot 600 euro voor een plekje in een boot naar Europa. Dat is een vermogen, want in Senegal is het jaarinkomen per hoofd 1430 dollar en in Gambia 750.

Toch lukt het in de praktijk ook veel arme families om het geld op tafel te leggen. Ze verkopen hun bezittingen, hun land en hun vee om één van hun kinderen naar Europa te kunnen sturen. Een familie-investering dus, in de hoop dat toekomstige geldzendingen de gezamenlijke inspanning zullen belonen. En het is altijd nog goedkoper dan een vlucht naar Europa en een visum, geeft zelfs een hoge politiechef in Saint-Louis toe.

In Dakar horen we de term samaritanen opnieuw, nu uit de mond van politicoloog Adama Mbengue. Hij deed onderzoek naar migratie en is lid van de mensenrechtenorganisatie ADHA. „Sommigen worden rijk van de clandestiene trips”, zegt Mbengue. „Dat klopt. Maar dat wil nog niet zeggen dat je ze crimineel kunt noemen. Het zijn geen maffia’s die de reizen organiseren, maar mensen uit de plaatselijke gemeenschap. Ze worden door de samenleving overwegend beschouwd als weldoeners en samaritanen. Ze zetten eten op tafel bij veel families.”

17369373.JPG
Het strand en de vissershaven van Tanji in Gambia. beeld Lex Rietman

Cijfers over geldzendingen maken dit laatste duidelijk. In 2020 stuurden Senegalezen in het buitenland (lees: Europa) 2492 miljoen dollar naar huis, 10 procent van het bruto binnenlands product. Gambia ontving relatief nog meer uit de diaspora. Ruim 30 procent van het bbp bestond uit geldzendingen.

Uitzonderingen

Lokaal georganiseerd, eigen initiatief van migranten (vaak simpelweg ”reizigers” genoemd), vissers en ‘gewone mensen’ als organisator van de boottrips in plaats van criminele netwerken, en ten slotte een verrassend positief maatschappelijk beeld van de smokkelaars. Het zijn elementen die steeds terugkeren in onze gesprekken met deskundigen en betrokkenen in de belangrijkste vertrekhavens van Gambia en Senegal.

Natuurlijk is er ook kritiek. Sommige passeurs (veermannen, red.) nemen je geld aan en verdwijnen met de noorderzon, vertelt de 82-jarige visser en buurtleider Badou Ndoye uit Mbour, Senegal. Zulke gevallen van oplichting komen vooral voor als de organisator van buiten de lokale gemeenschap komt. Dat zijn echter uitzonderingen. Meestal houden de passeurs of agenten zich aan de afspraken. Anders zouden zij zich het leven in de gemeenschap onmogelijk maken.

Ook komt het voor dat zij de boot te vol stouwen, met soms fatale afloop. We hebben een geval in Barra (Gambia) aangetroffen. De agent in kwestie moest vluchten voor de woede van zijn plaatsgenoten. Hij werd opgespoord en wordt nu vervolgd door justitie.

Europa presenteert de strijd tegen de clandestiene migratie als een strijd tegen de georganiseerde misdaad. Niet tegen vluchtelingen en migranten, maar tegen maffia’s die in mensen handelen. Dat is het officiële verhaal. Maar de werkelijkheid in Senegal en Gambia is een andere. Internationale criminele netwerken spelen hier geen rol in de migratie naar Europa.

Dat heeft gevolgen. Want moeten we nu concluderen dat Europa, ten minste in dit deel van de wereld, toch wel degelijk de strijd aanbindt tegen vluchtelingen en migranten?

Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door Money Trail, een organisatie die onderzoeksjournalistiek subsidieert.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer