Ook fabrikant Pampers en Gillette heeft last van prijsstijgingen
Verzorgings- en schoonmaakmiddelenconcern Procter & Gamble verwacht de komende tijd minder hard te groeien dan de voorbije kwartalen. Tegelijkertijd kampt het bedrijf achter merken als Gillette, Pampers en Ariel met oplopende prijzen voor grondstoffen en vervoer, wat de winst raakt.
Voor het lopende gebroken boekjaar, dat in juni 2022 eindigt, rekent het Amerikaanse concern op omzetgroei tussen de 2 en 4 procent. Dat was in het voorbije boekjaar nog 6 procent, als de effecten van wisselkoersen, overnames of de verkoop van onderdelen niet worden meegerekend. Tegelijkertijd nemen de oplopende kosten een hap van 1,9 miljard dollar uit de resultaten.
Procter & Gamble is lang niet de enige fabrikant van consumentengoederen die last heeft van prijsstijgingen. Nu de economie snel herstelt van de coronacrisis, is er aan allerlei materialen gebrek doordat bedrijven hun productie opvoeren. Daarnaast stijgen de kosten voor vervoer al lange tijd door een gebrek aan zeecontainers.
Branchegenoot Unilever waarschuwde vorige week al voor de gevolgen van duurdere grondstoffen als palmolie en sojaolie. Die zorgen ervoor dat de gehoopte marges dit jaar niet worden gehaald.
Voor verkopers van consumentenproducten zou het logisch zijn om de prijzen in de winkel ook te verhogen. Procter & Gamble maakte onder andere zijn luiers en bepaalde wasmiddelmerken duurder. Maar tegelijkertijd willen concerns klanten niet te snel afschrikken.
In het voorbije boekjaar profiteerde Procter & Gamble nog volop van de toegenomen vraag naar verzorgingsproducten. Doordat vooral de verkoop van duurdere producten steeg, dikte de winst met 10 procent aan tot 14,4 miljard dollar.