Opinie

Angst voor niet-blanke in de reclame ongefundeerd

Nog altijd is de lens primair gericht op de witte man of vrouw bij reclames. Statistieken hierover wijzen naar een interessant punt: polarisatie en onder­geschiktheid.

Channa van der Horst
28 July 2021 15:25
Slechts bij 16 procent van alle reclames hebben gekleurde mensen een hoofdrol​. ​beeld iStock
Slechts bij 16 procent van alle reclames hebben gekleurde mensen een hoofdrol​. ​beeld iStock

Voormalig Paroolredacteur René ter Steege neemt het op voor de blanke in de reclamewereld, en nog wel in het RD (17-7). Een seculiere oude witte Nederlandse man die zich er zorgen over maakt dat commerciële uitingen van kleur verschieten. Historisch gezien is dit noch verrassend, noch vernieuwend. Het merendeel van wat wij voorgeschoteld krijgen, is gemaakt door de witte (oude) man. Waarom deze man een podium geven ten gunste van een overbekend beeld?

In het artikel klinkt bovendien iets zorgelijkers door; namelijk het idee dat de Nederlandse samenleving gedomineerd moet blijven door de blanke factor, ofwel wit suprematisme. Dit komt naar voren in zinnen als: „Ze zijn daarin de tel kwijtgeraakt, aangezien blanken vaak in de minderheid zijn op wervend bedoelde boodschappen voor hypotheken, beleggingen en andere zaken.” Of „Ze is daarin zo ver doorgeslagen dat de ”witte” mens steeds meer in de marge belandt.”

In beeld

Deze conclusie, gebaseerd op een enkel voorbeeld, is niet juist. Nog altijd is de lens primair gericht op de witte man of vrouw. Dit bevestigen talloze diversiteitsonderzoeken. Graag licht ik er ééntje uit: Free Press Unlimited publiceerde afgelopen maand een rapport waaruit blijkt dat de nationale en regionale televisie nog altijd slechts 9 procent gekleurde mensen in beeld brengt. Meestal zijn deze momenten gelinkt aan het slavernijverleden of criminaliteit.

Daarnaast geeft de geschiedenis ons enkele eeuwen van de gekleurde mens ”in de marge”, vanwege slavernij en een systeem dat de witte mens bevoordeelt. Ongemakkelijk wordt het daarom als Ter Steege bij de eerste ”gekleurd gedomineerde” reclame speculeert over „de in de marge geraakte witte mens.”

Misleidend

Het gekozen voorbeeld is ook misleidend. Ter Steege haalt reclame van ABN AMRO naar voren als representatief voor de breedte van het reclameland. Hij eindigt met de conclusie: „Het aantal gekleurden in zulke spotjes van ABN en andere bedrijven, zoals die van KLM voor pakketreizen, is vele malen groter dan hun getalsmatige aanwezigheid in Nederland kan rechtvaardigen.” Gelukkig voor Ter Steege spreken de algemene statistieken dit voorlopig tegen. In juni 2020 verscheen er een rapport waarin werd vastgesteld dat bij slechts 16 procent van alle reclames gekleurde mensen een hoofdrol hebben. Daar tegenover staat dat witte Nederlanders deze rol in 90 procent van de gevallen vervullen.

Deze statistieken wijzen naar een interessant punt: polarisatie en ondergeschiktheid. Ter Steege schrijft vanuit een positie die ten eerste de samenleving verdeelt: ons versus hen. Ten tweede wijst het naar de emanciperende beweging als iets waarvoor Nederland zich moet rechtvaardigen. Het scheiden van de maatschappij en vervolgens ondergeschikt maken klinkt mij als een zeer gevaarlijk narratief en dient dan ook geen podium te krijgen. Zeker voor een reformatorische krant lijkt het mij sympathiek om te focussen op verbinding en het eren van onze broeders en zusters. Absurde speculaties zoals „weldra wordt Amsterdam alleen bestemd voor mensen met een donker voorkomen” komen bij mij over als noch de medemens erend, noch recht doend aan de waarheid.

Het zou het RD sieren als het de nadruk erop legt dat God een God is van alle volken. Laten we broeders en zusters een podium geven die, historisch gezien, géén automatisch dominante rol hebben.

De auteur studeerde international studies aan de Universiteit Leiden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer