Goede plannen
Prediker 11:1
„Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.”
Enige van de mooiste dingen die in de hemel worden opgetekend, zijn de dingen die in ons hart aanwezig zijn, maar die wij, door gebrek aan kracht, niet ter hand kunnen nemen. Het is iets groots altijd een werk voor ogen te hebben dat je noodzaakt op je tenen te gaan staan om het te bereiken, totdat je het ten slotte verkrijgt, en je dan uitstrekt naar iets dat nog buiten je bereik ligt. Ik denk graag aan David, die neerzat voor de Heere en nadacht over het cederen huis, dat hem niet werd toegestaan te bouwen. De sterke jongeman zal veel plannen hebben die hem door het hoofd gaan, en hij zal zo lang hij nog jong is niet in staat zijn die te verwezenlijken, maar zij zullen hem zo dikwijls voor ogen zweven dat hij ten slotte moed zal grijpen, en daar zijn jaren en mogelijkheden toenemen, zal hij eindelijk verwerkelijken wat eens slechts een droom was. Schaam je niet, mijn beste jonge vriend, die nauwelijks het huis van je vader hebt verlaten, schaam je er niet voor dat je soms enige echte dagdromen hebt, schaam je er niet voor gedachten te koesteren over wat je zou willen doen, als je het zou kunnen. Ik zeg dit onder voorbehoud, dat je thans alles doet wat je kunt, en op deze dag al wat je hebt aan God wijdt.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”12 Preken voor jongeren”, 1868)