”Plantenparade”, foto’s van Ruth van Crevel
Uitgeverij: Uniepers, Abcoude, 2001
ISBN 90 6825 280 1
Pagina’s: 128
Prijs: € 18,11. De tropische Ruthiella is naar haar vernoemd. Botanisch illustrator Ruth van Crevel (1926) oogst grote waardering met haar tekenwerk. Dat geldt niet minder voor haar foto’s. Een deel ervan is gebundeld in ”Plantenparade”. De schoonheid van de varen, de els en de reuzenberenklauw komen op deze artistieke foto’s prachtig tot hun recht.

Een dubbeltalent wordt ze genoemd. Zesendertig jaar lang werkte Ruth van Crevel als botanisch tekenaar bij het Rijksherbarium in Leiden. Na haar opleiding aan de kunstacademie wilde ze het liefst kinderboeken illustreren. Daarvoor bleek in de eerste naoorlogse jaren nauwelijks een markt te bestaan. Toen Van Crevel een advertentie met haar cv in het Leidsch Dagblad plaatste, reageerde het Rijksherbarium, dat een botanisch illustrator zocht.

Aangezien er in Nederland geen speciale opleiding voor wetenschappelijk tekenen bestaat, moest Van Crevel haar eigen weg zien te vinden. Ze slaagde daar zo goed in dat professor Van Steenis in 1965 het tropisch plantengeslacht Ruthiella uit de klokjesfamilie naar haar vernoemde.

Precisie
Daarnaast houdt de tekenares zich al sinds de jaren zestig (toen plantenfotografie een nog tamelijk ongewoon specialisme was) bezig met het fotograferen van vormen, kleuren, ritmes en patronen in de plantenwereld. De onregelmatige regelmaat spreekt haar aan. Dat blijkt uit haar werk. Alles wat overtollig is, laat ze weg. Alleen de essentie van een plant geeft ze weer: één blaadje wier, de stengel van een reuzenpaardestaart, zes rode kegeltjes op een tak van de Europese lariks.

Er hangt een stille sfeer rond de plantenportretten. Van Crevel maakt het wonder zichtbaar. Wie nog dacht dat een groep stammen van de Canadapopulier heel gewoon was, of dat de takken van de ruwe berk een alledaagse aanblik vormen, worden de ogen geopend.

De schapenzuring blijkt veel te mooi om op te trappen, de langwerpige bladeren van de kruisbladige wolfsmelk steken prachtig in de blauwe stam. En als je een pluisje van de gekroesde paardebloem wegblaast, zou je eerst moeten kijken naar de compositie van de vele zaadjes met de zachte parachuutjes.

Terecht spreekt Marion de Boo in de begeleidende tekst van perfectionisme, precisie en geduld. Dankzij de toelichting van deze natuurpubliciste krijgt de lezer/kijker overigens ook kort maar krachtig veel achtergrondinformatie mee. ”Plantenparade” is in woord en beeld een veelzeggend boek geworden waarvan je kunt leren én genieten.