Aan de vergetelheid ontrukt
Titel:
”Zo ik niet had geloofd. Een prekenserie over de Nederlandse Geloofsbelijdenis”
Auteur: Ds. D. Heemskerk
Uitgeverij: Frits Hardeman, Ede, 2001
ISBN 90 76430 22 5
Pagina’s: 427
Prijs: € 27,20. De Nederlandse Geloofsbelijdenis heeft aan actualiteit nog niets ingeboet. Dat blijkt wel uit het boek ”Zo ik niet had geloofd”, waarin ds. D. Heemskerk uit Garderen dit belijdenisgeschrift in 37 preken overdenkt.
De doelstelling van zijn boek geeft ds. Heemskerk aan in de inleiding. Hij wil er een van onze belijdenisgeschriften weer mee onder de aandacht brengen. Dat is zeker broodnodig, gezien de onkunde ook op dit terrein. De Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) is wel een „vergeten document” genoemd. Op deze wijze kan het aan de vergetelheid worden ontrukt.
De schrijver heeft een warme liefde tot de Drie Formulieren van Enigheid. Dat blijkt wel uit het feit dat hij ook de Dordtse Leerregels al op deze manier voor de gemeente heeft behandeld. De Heidelbergse Catechismus, het leerboek bij uitnemendheid, staat in de zondagse leerdiensten centraal.
De drie belijdenisgeschriften hebben elk een eigen spits. De Nederlandse Geloofsbelijdenis was vooral bedoeld om „de nije leer”, de nieuwe leer, aan de wereld bekend te maken. De Heidelbergse Catechismus is het leerboek voor de „gemeente Gods” en mag, naar wij geloven, zijn unieke plaats in de diensten nooit verliezen.
Dordtse Leerregels en Nederlandse Geloofsbelijdenis zijn uitermate geschikt om tijdens een doordeweekse samenkomst of op een lidmatenkring te behandelen. In de drie geschriften staat de Heilige Schrift centraal en wordt de uitnemende gereformeerde leer naar de godzaligheid in het licht geplaatst van de afwijkingen die er altijd zijn geweest en die er ook zullen blijven.
Het zou nuttig zijn als deze overdenkingen door velen ter hand werden genomen en gelezen. Vele geesten zijn in de loop van de eeuwen uitgegaan om de in de belijdenisgeschriften verwoorde leer te ondermijnen. Dat onderstreept de noodzaak om ze blijvend te onderzoeken en ze in het onderwijs en op de catechisaties onder de aandacht te brengen van de jeugd der gemeente.
De auteur heeft in zijn boek het vijfde en het zesde NGB-artikel samengenomen, omdat hij het bezwaarlijk vond een preek te houden over alleen de apocriefe boeken. Daarvoor in de plaats schreef hij een inleiding over het leven en sterven van Guido de Brès, zodat hij toch aan de zevenendertig overdenkingen kwam.
De behandeling van artikel 22, over de grote weldaad van de rechtvaardiging door het geloof in onze Heere Jezus Christus (blz. 234), had aan helderheid gewonnen als de auteur had benadrukt dat de goddeloze om niet wordt gerechtvaardigd. In de toepassing, op blz. 242, beklemtoont hij dit wel. Niet de vrome mens wordt van schuld en straf vrijgesproken, maar de goddeloze. Door een geschonken geloof ontvangt hij, uit louter genade, de volkomen gerechtigheid van die dierbare Zaligmaker en het recht op het eeuwige leven.
Schat
Met grote instemming hebben wij dit boek gelezen. Wat een schat heeft de Heere ons in de Nederlandse Geloofsbelijdenis toch geschonken. Door de genade van zijn Koning was Guido de Brès begerig zijn leven te geven voor de Naam en de zaak van zijn God. Mocht zijn nagelaten geschrift mede dienstbaar zijn tot de werking en de versterking van het dierbare geloof in de harten van Gods kinderen.
Van harte willen wij dit boek aanbevelen. Graag zien we het ook in handen van velen van onze jonge mensen.