„We hebben een ruig politiek voorjaar achter de rug”, zo begint Segers. De politicus memoreert onder meer het debat van 1 april over de „functie elders” voor nu oud-CDA’er Pieter Omtzigt, de toeslagenaffaire en het trage herstel van de aardbevingsschade in Groningen. „Er is in dit politiek onstuimige voorjaar de belofte gedaan van een omslag naar meer dualisme, meer transparantie, versterking van de rechtsstaat en meer dienstbaarheid. Als na dit alles die omslag niet gemaakt wordt, zal een bitter cynisme ons aller deel zijn. En terecht.”

Zijn veertien voorstellen kunnen het begin vormen „van omwenteling, een revolutie van recht, menselijkheid en dienstbaarheid”, stelt hij.

Een daarvan is dat het gelijkheidsbeginsel in de Grondwet niet volstaat; er moet ook moet worden vastgelegd dat politieke bestuurders bepaalde ruimte hebben om uitzonderingen te maken, zónder dat anderen daar op grond van het gelijkheidsbeginsel ook aanspraak op kunnen maken. „Het genadebeginsel”, noemt Segers dit.

Ook stelt hij voor dat bij de presentatie van het regeerakkoord in een „dualisme-akkoord” wordt vastgelegd hoe men omgaat met onder meer het delen van informatie, het voeren van besloten overleg en inzage van geheime stukken.

Segers wil ook dat de nationale ombudsman de bevoegdheid krijgt om „bindende aanwijzingen” te geven aan de overheid.

Verder zou, wat de CU’er betreft, een op te richten Constitutioneel Hof wetgeving ongrondwettelijk moeten kunnen verklaren. Daarnaast moet er meer subsidie komen voor (onderzoeks)journalistiek. Ook pleit de parlementariër voor betere toegang tot rechtsbijstand en gratis juridisch advies.

Ieder ministerie moet een deel van de begroting reserveren om problemen van burgers op te kunnen lossen, vindt Segers. Ook wil hij op ieder departement mensen uit de praktijk en ervaringsdeskundigen die parttime meedenken met beleid.