„Brutaal en schokkend.” Misdaadverslaggevers, politici en criminologen reageren geschokt op de moordaanslag op Peter R. de Vries (64). „Een klap voor de rechtsstaat.”
Misdaadverslaggever Peter R. de Vries werd dinsdagavond in Amsterdam neergeschoten. Volgens ooggetuigen met vier, vijf schoten. Hij is zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht.
De Vries is bekend als misdaadverslaggever, treedt op als vertrouwenspersoon bij politieprocessen en ondersteunt kroongetuige Nabil B. in het Marengoproces. Hij en B.’s advocaten liepen daardoor ernstig gevaar.
De aanslag komt „hard” aan, zegt Theo de Roos, voormalig strafadvocaat en hoogleraar strafrecht. „Een klap voor de rechtsstaat. Peter R. de Vries is een belangrijk, kleurrijk figuur, recht door zee die niet zwichtte voor intimidatie. Of het verstandig is dat hij weinig of geen beveiliging wilde, daarover kun je van mening verschillen.”
De oud-strafadvocaat kan „niet inschatten” in welke hoek de daders moeten worden gezocht. „De verdachten kunnen heel goed uit de hoek van Taghi komen, maar het kan ook een verwarde man zijn geweest. Beide theorieën geef ik evenveel credits.” Hij wijst er wel op dat criminelen als Taghi „licht en rationeel” met mensenlevens omspringen.
De georganiseerde misdaad lijkt vrij spel te hebben in Nederland. Toch niet, relativeert de voormalig hoogleraar strafrecht. „Politie en justitie doen veel tegen deze vorm van misdaad. Maar dit fenomeen is nooit uit te roeien. De overheid moet de georganiseerde misdaad heel serieus nemen en zorgen dat het niet een staat in de staat kan vormen zoals in Mexico.” Ook de voedingsbodem in achterstandswijken moet aangepakt.
De Roos vindt het dan ook terecht dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de top van het kabinet dinsdagavond bijeen zijn gekomen. „De overheid moet bereid zijn verzoeken om beveiliging van personen te honoreren. Dat is het enige antwoord op deze dreiging.”
De gevolgen zijn groot. „Het gros van de advocaten durft geen kroongetuige meer te verdedigen.”
Brutaal
De moordaanslag is „schokkend en brutaal”, zegt misdaadverslaggever Wim van de Pol van crimesite.nl. „Een echte klap. De eerste aanslag op een journalist in Nederland.” De aanslag is echter niet gericht op de journalistiek, zegt Van de Pol. „Peter R. de Vries is in eerste instantie een tv-persoonlijkheid, die ook adviseur is bij rechtszaken tegen criminelen.”
De schietpartij is echter „niet erg professioneel” uitgevoerd, analyseert Van de Pol. „De aanslag is gepleegd in een buurt die vol camera’s hangt, terwijl de daders moeilijk kunnen wegkomen. Het kenteken van de vluchtauto is snel doorgegeven.”
Van de Pol vindt het te makkelijk om bendeleider Taghi te verdenken. „Puur speculatie. Ik zie het belang voor Taghi niet. Of het moet een wraakactie zijn.” De misdaaddeskundige wijst erop dat Taghi sinds december 2019 vanuit een Extra Beveiligde Inrichting geen moordopdrachten meer kan geven. De moordpoging kan volgens Van de Pol net zo goed een vereffening uit een andere zaak zijn.
De moordaanslag is gericht tegen de rechtsstaat, tegen democratische orde, zegt misdaaddeskundige Jelle van Buuren van de Universiteit Leiden. „Het is meer dan een ordinaire liquidatie.” De georganiseerde misdaad vraagt een „georganiseerde, slimmere, hardere aanpak, maar binnen de rechtsorde”, verklaart Van Buuren. De aanpak is lastig, omdat grote, internationale financiële belangen een rol spelen. „De autoriteiten moeten internationaal samenwerken met de hele financiële wereld.”
De impact van de moordaanslag is groot, stelt Van Buuren. „De aanslag komt dichtbij mensen. Peter R. de Vries is iemand die opkomt voor rechtvaardigheid, opkomt voor de gewone man. Tegelijkertijd hoeft de gemiddelde burger niet bang te zijn dat hem zo’n aanslag overkomt. Dat is het verschil met een terreuraanslag, waarbij iedereen op een terrasje slachtoffer kan worden.”