Buitenland

Washington de grote afwezige in het Midden-Oosten

Witte-Huiswoordvoerder Ari Fleischer zei enkele weken geleden dat de betrokkenheid van Democratisch president Bill Clinton bij een vredesregeling in het Midden-Oosten het geweld in die regio in feite had bevorderd. Enkele uren daarna verklaarde Fleischer berouwvol dat zijn opmerking „verkeerd was begrepen” en dat hij natuurlijk nooit oud-president Clinton verantwoordelijk had willen stellen voor de dramatische situatie in het Midden-Oosten.

Koen Corver
3 April 2002 11:41Gewijzigd op 13 November 2020 23:30
JERUZALEM - De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, had vorig jaar juni in Jeruzalem een ontmoeting met de Israëlische premier, Ariel Sharon. - Foto EPA
JERUZALEM - De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, had vorig jaar juni in Jeruzalem een ontmoeting met de Israëlische premier, Ariel Sharon. - Foto EPA

„Dat klonk allemaal heel deemoedig, maar in feite maakte Fleischers zogenaamde verspreking de Midden-Oostenfilosofie van de belangrijkste figuren in de Republikeinse regering-Bush duidelijk. Die gaan er namelijk van uit dat Clintons -vergeefse- bemoeienissen met het vredesproces in het Midden-Oosten de Palestijnse hoop op een eigen staat hebben gevoed. Doordat die hoop niet werd gevolgd door concrete ontwikkelingen kozen radicale Palestijnse elementen volgens deze theorie voor geweld. Hetgeen president George Bush tot de overtuiging bracht dat men deze fout van de vorige regering maar beter niet moest herhalen, met een welhaast catastrofale afwezigheid van de Amerikanen sinds begin vorig jaar als gevolg”, aldus Stephen Cohen, Midden-Oostendeskundige van het Brookings Research Instituut in Washington.

Cohen wijst op een parallel met het beleid van Bush’ vader in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw. De Europeanen bleken toen weinig invloed te hebben op de ontwikkelingen op de Balkan en op het agressieve beleid van de Serviërs onder leiding van Slobodan Milosevic. De VS hielden zich afwijzig, hetgeen de Servische leider interpreteerde als aanmoediging om zijn beleid te intensiveren. „Hetzelfde gebeurt nu in het Midden-Oosten, waar twee partijen de spiraal van geweld opvoeren, terwijl de enige partij die nog enige invloed op de ontwikkelingen kan laten gelden -namelijk Amerika- zich afzijdig houdt. Bush blijft gefocust op actie tegen Irak in zijn strijd tegen het internationaal terrorisme en is blijkbaar niet bij machte om de consequenties te overzien van de huidige situatie, die tot oorlog in het Midden-Oosten kan leiden. Als dat laatste gebeurt, kan hij Arabische steun voor zijn verdere antiterreurcampagne of voor actie tegen Irak gevoegelijk vergeten”, aldus Cohen.

Vooral in Europa is er veel kritiek te horen op de onduidelijke positie van Washington en de tegenstrijdige signalen van de Amerikaanse leiding. De VS steunden vorige week een resolutie van de VN-Veiligheidsraad waarin werd aangedrongen op terugtrekking van de Israëlische troepen uit de Palestijnse gebieden. Kort daarop benadrukte president Bush dat de zelfmoordaanslagen van radicale Palestijnse krachten gelijkstaan aan terrorisme. Een terrorisme waarvoor Palestijns leider Yasser Arafat verantwoordelijk is en dat dientengevolge bestreden dient te worden. „Dat is precies het verhaal dat men elke dag hoort van Israëlische woordvoerders. Koren op de molen van de Israëlische premier, Ariel Sharon, die zijn harde beleid tegenover de Palestijnen wilde intensiveren”, meent Bernard Reich, als politicoloog werkzaam aan de George Washington Universiteit.

Reich heeft wel begrip voor de Europese kritiek op Washingtons dualistische beleid, maar wijst er tegelijkertijd op dat Europa zelf nog nooit een coherent beleid voor het Midden-Oosten heeft ontwikkeld. „Kijk eens naar de verschillen in opvattingen over de prioriteiten in het Midden-Oosten zoals die beoordeeld worden in bijvoorbeeld Athene en Rome, waar men het Midden-Oosten beschouwt als de eigen achtertuin, in Parijs, waar men nog steeds droomt van herleving van de vroegere invloed, of in Londen, waar men na de Balfour Declaration (waarin Londen in 1917 het recht op een Joodse vestiging (onder Brits protectoraat) in het Midden-Oosten erkende) nooit meer iets nieuws heeft ontwikkeld”, aldus Reich. Washington heeft volgens hem overigens nog steeds niet begrepen dat alleen de VS voldoende druk op beide partijen in het Israëlisch-Palestijnse conflict kunnen uitoefenen om zo een eind te maken aan het geweld. Vervolgens kunnen beide partijen dan naar de onderhandelingstafel terugkeren.

„Een politieke oplossing is de enige oplossing voor het conflict in het Midden-Oosten”, verklaarde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, dinsdag. Hij wordt buiten de VS vaak geprezen als de enige in Washington die aandringt op meer Amerikaanse betrokkenheid in het Midden-Oosten. Feit is echter dat hij vorig jaar maar één keer naar het Midden-Oosten vloog toen het geweld -voor toenmalige begrippen- gevaarlijk toenam. Zijn voormalige collega minister van Buitenlandse Zaken James Baker vloog indertijd in anderhalf jaar acht keer naar het Midden-Oosten toen de regering van Bush senior probeerde beide partijen -de Palestijnen en de toenmalige premier Yitzhak Shamir- aan de onderhandelingstafrel te krijgen. Dat leidde tot een onderhandelingsproces waarbij Shamirs opvolger Rabin en Yasser Arafat twee jaar later een voorlopig vredesakkoord ondertekenden.

„Powell is machteloos zolang Bush junior het conflict tussen Israël en de Palestijnen bekijkt vanuit het perspectief van de strijd tegen het terrorisme. In dat perspectief zijn zelfmoordcommando’s terreuracties. Dat plaatst Arafat in het kamp van de terroristen waarmee men niet onderhandelt. Blijkens opiniepeilingen delen steeds meer Amerikanen die visie, bang als men is dat Palestijnse of Arabische zelfmoordcommando’s vandaag of morgen ook in de VS actief worden. In zeker opzicht blokkeren deze zelfmoordacties een ruimer begrip voor de Palestijnse positie onder de Amerikanen. Dat mag een steun zijn voor het beleid van Bush -die Arafat meer beschouwt als terroristenleider dan als een politiek leider- maar in feite belemmert hem dat in zijn politieke en diplomatieke manoeuvreerruimte. Zolang Bush zich daarvan niet bewust is, staan de VS machteloos tegenover de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, die daardoor met de dag gecompliceerder en gevaarlijker worden”, aldus Zbigniew Brzezinsky, voormalig nationaal veiligheidsadviseur van Democratisch president Jimmy Carter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer