De dood van de Brits-Iraakse hulpverleenster is „echt een schok”, zei Catherine Berthiaume van het Wereldvoedselprogramma (WFP), een van de vele hulporganisaties die hun activiteiten in Irak drastisch hebben teruggeschroefd. Hassan werkte voor CARE International, dat zich na haar ontvoering volledig uit het land terugtrok.

„Als het bericht waar is, dan is dat afschuwelijk”, zei Astrid van Genderen Stort namens de VN-vluchtelingendienst UNHCR in Amman. De dood van Hassan is nog niet officieel bevestigd, maar de Britse autoriteiten en de familieleden van Hassan gaan er sinds dinsdag van uit dat de geblinddoekte vrouw die op een door Al-Jazeera ontvangen videoband door het hoofd wordt geschoten, de hulpverleenster is.

„Voor ons toont de ontvoering van en moord op Margaret Hassan aan dat het voor hulpverleners moeilijk werken is in Irak”, zei Rana Sidani van het Internationale Rode Kruis (ICRC). Louise Arbour, de mensenrechtencommissaris van de Verenigde Naties, sprak van een „laffe daad.” „Geen enkel politiek of religieus motief vormt een rechtvaardiging voor ontvoeringen, bomaanslagen en andere criminele activiteiten waarvan we dagelijks in Irak getuige zijn”, zei Arbour.

De Britse premier Tony Blair betuigde de nabestaanden van Hassan zijn medeleven. Hij uitte zijn walging over de „gruwelijke behandeling” van een vrouw die „zo veel jaar van haar leven heeft gewijd aan het helpen van de Iraakse bevolking.” President Mary McAleese van Ierland, het geboorteland van Hassan, zei diep bedroefd te zijn over de dood van de hulpverleenster. De aartsbisschop van Westminster, kardinaal Comrac Murphy-O’Connor, noemde Hassan een „martelaar voor de goedheid, waarheid en generositeit.”

Namens de Europese Commissie betoonde eurocommissaris Poul Nielson van Ontwikkelingssamenwerking zijn medeleven. „Mijn gedachten zijn bij het Iraakse volk, dat zo’n goede vriendin moet missen.”

Hassan (59) woonde dertig jaar in Irak en was met een Iraakse man getrouwd.