Nasleep oorlog Nagorno-Karabach inzet verkiezingen Armenië
Armenië gaat zondag naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Inzet vormt de afloop van de oorlog met Azerbeidzjan. De regering heeft het verkeerd gedaan, maar de oppositie weet ook niet hoe het wél moet.
Voor de tweede keer in 2,5 jaar gaan de Armeniërs tussentijds naar de stembus. In december 2018 vormden de verkiezingen het sluitstuk van massale vreedzame volksprotesten, die premier Nikol Pashinian aan de macht brachten.
De verkiezingen van zondag hebben plaats tegen de achtergrond van het voor Armenië desastreus verlopen gewapende conflict met Azerbeidzjan. Van september tot november vorig jaar vochten beide buurlanden een korte, maar hevige oorlog uit om Nagorno-Karabach, een gebied waar beide staten al jarenlang over ruziën. Er vielen meer dan 6000 doden.
Onder druk van bondgenoot Rusland, ging de Armeense regering akkoord met een wapenstilstand. Veel Armeniërs beschouwden dat bestand echter als een knieval voor Azerbeidzjan, dat door Turkije werd gesteund. Nadat de bevolking de schok van de nederlaag en de verliezen enigszins had verwerkt, begonnen de protesten. „Een vernederende capitulatie”, klonk het wekenlang in de straten van de hoofdstad Jerevan.
Boze burgers reageerden hun frustratie vooral op premier Pashinian af. Hij werd niet alleen als „verrader” in het conflict met Azerbeidzjan afgeschilderd, maar kreeg ook het verwijt dat hij niet in staat was rust en veiligheid binnen de grenzen van Armenië zelf te garanderen. In maart zag de minister-president zich gedwongen af te treden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
Verlengstuk
De afgelopen maanden hebben diverse politieke partijen zich in grotere samenwerkingsverbanden verenigd, om een gezamenlijke electorale vuist te maken. De belangrijkste tegenstand heeft Pashinian te verwachten van de Armeense Alliantie, geleid door oud-president Robert Kocharian.
Het voormalige staatshoofd, dat Armenië van 1998 tot 2008 bestuurde, presenteert zich als een door de wol geverfde staatsman die veel beter in staat is dan de onervaren premier om de nationale veiligheid van Armenië te bewaken.
Veel Armeniërs zien hem echter nog als het verlengstuk van het turbulente verleden. Ze houden hem onder andere verantwoordelijk voor het bloedig neerslaan van protesten na de verkiezingen van 2008.
De Burgerlijk Contract Partij van Pashinian en de Armeense Alliantie gaan in de laatste peilingen ongeveer gelijk op. Dat geeft in elk geval aan dat de demissionaire premier niet op voorhand kansloos is in de verkiezingen van zondag. Hij geniet nog altijd een zekere mate van populariteit omdat hij het vorige, corrupte bewind drie jaar geleden aan de kant heeft gezet.
Afstraffen
De vraag is hoe streng de kiezer Pashinian zal afstraffen voor de ‘capitulatie’ in de oorlog om Nagorno-Karabach. Maar meer zal uit de stembusgang moeten blijken hoe veel vertrouwen de burger nog in hem heeft om de veiligheid van het land te waarborgen en toekomstige onderhandelingen met Azerbeidzjan –onder andere over grensafbakening en uitruil van gevangenen– te voeren. Vooral nu de spanningen aan de grens tussen beide landen de afgelopen maanden weer zijn toegenomen.
Pashinian heeft steeds gezegd dat hij het conflict rond Nagorno-Karabach met diplomatieke middelen wil oplossen. De oppositie wijst die benadering van de hand, maar komt zelf nauwelijks met realistische alternatieven.
„Pashinian een verrader noemen en het woord capitulatie gebruiken, is te kort door de bocht”, vindt Richard Giragosian, directeur van denktank Regional Studies Center in Jerevan. „Om twee redenen. Ten eerste is er begrip in de maatschappij dat Pashinian geen andere keus had dan het door Rusland opgelegde staakt-het-vuren te accepteren. Ja, hij heeft zich daarvoor onvoldoende verantwoord. Maar deze vorm van kritiek van de oppositie gaat een beetje te ver.”
„De tweede reden is wellicht nog belangrijker”, vervolgt Giragosian. „De oppositie heeft nooit uitgelegd wat zij anders zou hebben gedaan – als ze al iets had gedaan. Ze biedt geen geloofwaardig alternatief.”