Ouders, creëer geen pedagogische vondeling
Het is belangrijk dat de school aan vorming doet, maar dat kan alleen als ouders ‘thuis’ hebben gegeven.
In de afgelopen jaren stegen de verwachtingen met betrekking tot vorming binnen het christelijk onderwijs tot grote hoogte. Het lijstje waar een leraar of school aandacht aan moet besteden, wordt steeds langer. Ook wordt voorgeschreven hoe dit bereikt moet worden. Het lijkt ons dat die hoeveelheid onrealistisch is en aan het meest essentiële voorbijgaat. Want wel of geen zuil, wij zijn ervan overtuigd dat het primaat van christelijke vorming binnen het gezin ligt. Al raken we wellicht wat verwijderd van de discussie rond het boek van Kees Boele, waarin ook ds. Van Blijderveen (RD 3-6) zich mengde, wij willen de oproep van de predikant onderstrepen. En zelfs een stap verder gaan: het is belangrijk dat de school aan vorming doet, maar dat kan alleen als ouders ‘thuis’ hebben gegeven.
Voor het vraagstuk rond christelijke vorming helpt het om terug te grijpen op de bronnen van de christelijke pedagogiek, waarin alle opvoeding als gewetensvorming wordt uitgelegd. Gewetensvorming is geen sprankelende hedendaagse pedagogische term, maar raakt wel de kern: het gaat om het doorgeven van het Woord, waarden en normen door middel van voorleven. Nu kan dat ook zeker tussen leraar en leerling plaatsvinden, maar de aangewezen plaats is en blijft het gezin. Het gezin is de plek waar je gekend wordt en je je gekend weet en waar de basis ligt van het leren handelen naar het geweten. En dit laatste betekent: jezelf oefenen in het goede herkennen, onderuit gaan, vergeving ontvangen en opnieuw beginnen. Dit ideaal wordt vaak getekend door gebrokenheid, maar is daardoor niet minder nastrevenswaardig.
De beroemde pedagoog Martinus Langeveld (1905-1989) constateerde dat de school al te vaak een ”pedagogische vondeling” toegeschoven kreeg. Hiermee bedoelde hij dat het kind in de gewetensvorming reeds verwaarloosd is. Daardoor ontstaat een onwerkbare situatie, want een school kan niet verder werken aan vorming als er geen basis is gelegd. Langeveld was er stellig over: een school kan niet repareren wat ouders hebben laten liggen en zeker niet overnemen. Het kind blijft een vondeling. Hoewel Langeveld dit schreef in een andere tijd en context, geldt deze gedachtegang wat ons betreft nog steeds. Laten we ons ervan doordringen: in de veelomvattende taak van de school is er sprake van vorming, maar deze berust altijd op het werk van ‘thuis’. Een school moet zich focussen op een eigen taak in het leven van een kind: het binnenleiden in de gemeenschap door middel van onderwijs. En dat wil van alles zeggen, zoals leren rekenen, taal verwerven, Bijbelse kennis ontvangen, musiceren, lichamelijke opvoeding, sociale vaardigheden en burgerschapsvorming. En dat is al veeleisend genoeg.
Afschuiven
Terug naar onze oproep. In dit kader past de scherpe analyse van een kordate, oude christin. Als startende juf belandde een van de ondergetekenden in een kleine schoolstrijd. Naast de School met de Bijbel moest een reformatorische school komen. Hier valt van alles voor of over te zeggen, maar de analyse van de vrouw gaf te denken: „Het gaat niet om een eigen school, het gaat om iets anders. Ze (de ouders) willen gewoon de verantwoordelijkheid van zich afschuiven op de school.” Anders gezegd: ouders zijn lui geworden en willen zich ontdoen van hun voorwaardelijke taak.
Enerzijds geïllustreerd aan de hand van bronnen uit de christelijke pedagogiek, anderzijds door de analyse van de oude christin, doen wij deze oproep: Ouders en verzorgers, ‘geef thuis’ op de oproep om in te zetten op christelijke vorming en gewetensvorming; creëer geen pedagogische vondeling! En school, herinner ouders aan die voorwaardelijke taak en focus je op je eigen taak. Dat geeft mogelijk ook lucht aan overbevraagde leraren.
De auteurs zijn beiden docent pedagogiek aan Driestar hogeschool en binnen de pabo verbonden aan de leerlijn persoonlijke vorming.