Welbeschouwd: Werken met één talent
Het pinksterfeest ligt achter ons. Een reeks van feestloze maanden breekt aan. Ieder jaar weer begint het met Kerst en eindigt het met Pinksteren. Hoewel, eindigt?
Pinksteren is het feest van het begin. Het begin van de tarweoogst. Het begin van de doorbraak van het Koninkrijk van God in een wereld waarvan de satan de overste was. Het is het feest van vervulling. Na Pasen was alles al vervuld. Het stuwmeer van genade en verzoening was tot aan de rand toe vol. Vervolgens vijftig dagen lang aftellen. Met Pinksteren ging de schuif open. Een bruisende stroom van genade vervulde de harten.
Na 2000 jaar is het stuwmeer niet leeg. Het bloed van Jezus Christus baant zich via allerlei aftakkingen een weg over onze planeet. Levend water. Soms bruisend, soms rustig stromend.
Het is mooi om te lezen over grote opwekkingen en machtige predikers. Predikers met tien talenten die tien talenten weten te winnen. Maar ik geniet niet minder van verhalen over een bijna onzichtbaar genadestroompje dat een opening vindt, dankzij mensen die het met één talent moeten doen. Zo ontmoette ik in Chabarovsk (Rusland) Alla, een innemend oud vrouwtje. Ze vond zichzelf maar een armoedige christin. Maar geen dag zou Alla de deur uitgaan zonder folders in haar handtasje, die ze uitdeelde in de tram en op de markt. Ik moet ook denken aan volgelingen van Jezus Christus die in een ”tentenmakersbediening” naar mogelijkheden zoeken om het water van het Evangelie bedding te geven. Bijvoorbeeld als ze Arabisch leren.
„A’die”, zegt Noura, terwijl ik mijn zoveelste fout maak. Ofwel: „Dat is normaal.” Ze zegt het met een geduld waarvan ik me afvraag hoe ze het op kan brengen. Noura is mijn taaldocente. Ze is moslim, zoals vrijwel iedereen in dit land. Toch is ze bereid om mij elementen van het Arabisch te leren op een ongewone manier: samen gaan we door de verhalen uit de Bijbel. Zij leest ze voor, en ik vertel ze na, in kreupel Arabisch en met veel tekortkomingen.
We zijn net klaar met het verhaal van Jozef als de deur opengaat. Haar man komt binnen. Ongemakkelijk schuift Noura heen en weer op haar stoel. Ik heb meteen door dat haar man niet weet dat ze Bijbelverhalen leest. En ik vraag me af: hoe kan ze samen met haar man ontdekken wat in de Bijbel staat?
Dit verhaal komt uit ”Tipje van de sluier”, een boekje met verhalen over veldwerkers, dat kosteloos kan worden aangevraagd via stichting-ismael.nl/tipjevandesluier. Het staat symbool voor zo veel trouwe christenen die onder de radar werken in dienst van Jezus, steunend op het werk van de Pinkstergeest, totdat het rijk van Christus vol is.
We leven in de eeuw van de Geest van Pinksteren. Het zet me stil. Ik ben geen predikant, geen zendeling, geen evangelist. Ik doe gewoon elke dag mijn werk. Inderdaad, net als de veldwerkers met een tentenmakersbediening. Als dat zo is, waarom zou ik gewoon in Nederland geen veldwerker kunnen zijn: als ik naar de markt ga, in de tram zit, een cursus volg? Het alternatief is: dat ene talent begraven en niks doen. Maar dan moet je wel erg harde gedachten van je Meester hebben.
De auteur is mediator, coach en ondernemer