Onderwijs & opvoeding

De Vraag: chips en snoep

Onze zoon (8) kijkt bij zijn vriendje thuis vaak films. Ook krijgt hij daar veel chips en snoep. Met dat kijk- en eetgedrag hebben wij moeite. We hebben met de ouders gepraat, maar die zien het probleem niet. Is het wijs de vriendschap te ontmoedigen of te verbieden?

4 June 2021 17:14
Lianne de Vries. beeld RD
Lianne de Vries. beeld RD

Het lijkt erop dat de normen en waarden van jullie gezin en het gezin waarin het vriendje opgroeit (nogal) van elkaar verschillen. Dat kan lastige situaties –zoals deze– opleveren.

Vraag jezelf af welke normen en waarden je echt belangrijk vindt en waaraan je vast wilt houden. Bijvoorbeeld normen en waarden die direct met het christelijk geloof te maken hebben. Daarnaast zijn er gezinsregels die jullie graag zo zien, maar waarin je misschien zou kunnen schipperen. Je kunt dan je eigen handelen aanpassen: Ik hoor dat je net chips op hebt, dan krijg je van mij nu geen snoep meer, maar fruit.

Als je kind een jaar of 9 is, komt het in een fase terecht waarin het aangeleerde normen en waarden steeds meer zelfstandig in de praktijk moet gaan brengen. Bijvoorbeeld als het gaat om besteden van het zakgeld en het onderlinge taalgebruik. Om normen en waarden bespreekbaar te houden, kun je hem af en toe vragen stellen als: Wat zou jij doen als…? Zo werk je aan een open communicatie in het gezin.

Het is van belang je zoon weerbaar te maken door uit te leggen waarom jullie bepaalde keuzes maken en waarom je het bijvoorbeeld niet goed vindt dat hij films kijkt bij zijn vriend. Op die manier maakt een kind zich de normen en waarden sneller eigen en draagt hij dit naar anderen beter uit. Ouders met kinderen in de puberleeftijd zullen beamen dat hoe ouder je kind wordt, hoe meer het in situaties terechtkomt waarbij weerbaarheid belangrijk is.

Het is waardevol om in bovenstaande casus het gesprek aan te gaan met de ouders van het vriendje. Probeer dit gesprek vriendelijk te voeren en maak gebruik van zogeheten ik-boodschappen. „Mag ik wat vragen, ik hoor van mijn zoon dat (…). Klopt dat?” of: „Ik zou graag zien dat je (…) omdat wij vanuit onze christelijke levenswijze moeite hebben met het feit dat onze zoon naar films kijkt.” Mogelijk zijn ze zich van geen kwaad bewust, zijn ze zelf niet christelijk zijn of denken ze hier anders over. Dan is het logisch dat jouw mening uitleg behoeft.

Misschien voelen ze zich aangevallen en ervaren ze je vraag als commentaar op de opvoeding. Dan verloopt een gesprek niet zo soepel. Probeer eerlijk aan te geven wat jullie achterliggende redenen zijn. Op die manier kweek je meer begrip en vraag je op een vriendelijke manier om respect voor jouw standpunt. Spreek bijvoorbeeld met hen af dat ze jouw zoon naar huis sturen als ze een film gaan kijken of dat de jongens buiten gaan spelen of bij jullie. Het lijkt mij dat als je de vriendschap zou verbieden, dit tot een onnatuurlijke situatie leidt waarbij je kind zich erg ongemakkelijk voelt. Een leestip die ik wil geven is het boek ”Jong zijn in twee werelden” van ds. Labee. Daarin gaat het over de vraag: Moeten we de wereld waarin we leven mijden, of in die wereld ons leven wijden?

Lianne de Vries, werkzaam geweest als sociaalpedagogisch hulpverlener.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer