Erdogan opent moskee bij Atatürkmonument
Op de dag dat de koers van de nationale munt de lira een dieptepunt bereikte, vierde een deel van Turkije feest. Dat was vorige week vrijdag, toen president Erdogan in Istanbul een moskee opende. De president zei in zijn toespraak dat het bouwwerk „hier tot het einde der tijden zal blijven staan, als Allah het wil.”
”Hier” is niet zomaar ergens in de stad aan de Bosporus, maar heel specifiek op het Taksimplein. Daar stond al het in de jaren twintig geplaatste monument voor Atatürk. Aan de ene kant is Atatürk als bevelhebber van het volksleger tegen de Grieken te zien en aan de andere kant Atatürk als president. Hij geldt als de grondlegger van het moderne Turkije. Hij was het die Turkije transformeerde in een seculiere staat door een scheiding tussen kerk en staat in te stellen. De grote invloed van islamitische geestelijken zag hij als een van de belangrijkste oorzaken van de teloorgang van het Ottomaanse rijk, de voorloper van het huidige Turkije.
Het Taksimplein in Istanbul symboliseerde deze omwenteling. Aan het plein staan de grote internationale hotels en het eind jaren zestig geopende Atatürk Cultureel Centrum. Hier ging ‘s avonds de op het Westen gerichte elite uit.
Het plein stond voor alles waar Erdogan van gruwt. Al in 1994, bij zijn aantreden als burgemeester van Istanbul, bezocht hij het Taksimplein en zei: „Daar komt een moskee.”
Al met al heeft het nog meer dan twintig jaar geduurd, maar nu staat er een moskee pal tegenover het Atatürkmonument, en het islamitische gebedshuis is natuurlijk groter. Dat spreekt boekdelen: de islam wint het van de wereld. Volgens stedenbouwkundigen zijn de verhoudingen op het plein nu zoek omdat de moskee veel te groot is. Erdogan zal daar niet wakker van liggen.
Bij de opening van het gebedshuis, dat plaats biedt aan 4000 moslims, noemde Erdogan de moskee zijn derde spirituele nalatenschap. De andere twee zijn een enorme moskee in het Aziatische deel van Istanbul en de ingebruikname van de Hagia Sophia als moskee. Atatürk had in het verleden de christelijke kerk in een museum veranderd.
De vraag dringt zich op waarom seculiere Turken niet protesteren tegen de gang van zaken. Hun idool, Atatürk, wordt meer en meer aan de kant gezet. Ze moeten zich toch langzamerhand niet meer op hun gemak voelen.
Waarschijnlijk speelt hier de repressie van de laatste jaren een rol. Wie kritiek uit op de gang van zaken in Turkije loopt het risico te worden opgepakt. In 2013 vonden er nog grootschalige protesten plaats op het Taksimplein; zoiets is acht jaar later zo goed als ondenkbaar.
De groeiende islamisering en de verandering in een de facto dictatuur bewijzen dat Turkije steeds verder afdrijft van Europa. De oproep van het Europees Parlement eind vorige maand aan Erdogan om van de Hagia Sophia weer een museum te maken zal weinig uithalen. Turkije vervreemdt zich meer en meer van Europa.