Strengere hypotheekregels voor banken alsnog aanstaande
Banken moeten straks meer kapitaal aanhouden voor hun hypotheekportefeuilles. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) denkt de eerder aangekondigde ingreep op de woningmarkt per 1 januari 2022 alsnog in te voeren.
De snel oplopende huizenprijzen en het risicovolle leengedrag door consumenten vormen volgens de centrale bank een risico voor het financiële systeem van Nederland, waarmee ingrijpen noodzakelijk is. Eerder werd de regeling vanwege de coronacrisis uitgesteld. Maar nu de economie weer op gang komt en de huizenmarkt nog altijd alles behalve gezond is, staat de invoering ervan weer op de agenda.
DNB noemt de situatie op de woningmarkt onevenwichtig. Door banken meer buffers aan te laten houden zijn ze beter in staat om de gevolgen van een eventuele huizenprijscorrectie op te vangen. Wel merkt DNB op dat de invoering afhankelijk blijft van het economische herstel.
De strengere kapitaalbuffers zouden eigenlijk in het najaar van 2020 gaan gelden. Stresstesten wezen eerder uit dat in een zwaarweerscenario de verwachte verliezen van banken op hypotheken fors kunnen oplopen. Banken zouden ook indirect geraakt worden door een huizenprijscorrectie, aangezien de Nederlandse economie erg gevoelig is voor ontwikkelingen op de woningmarkt.
DNB kondigde de maatregel aan in zijn Overzicht Financiële Stabiliteit. Daarin hamert de toezichthouder ook op het afbouwen van steunmaatregelen, die in de ogen van DNB-president Klaas Knot „belangrijk waren” en goed hebben gewerkt. „Maar de maatregelen gaan ook gepaard met kosten en neveneffecten. Mits de pandemie niet opnieuw de kop op steekt, moeten de steunmaatregelen daarom worden afgebouwd”, aldus Knot. Hij wijst er daarbij wel op dat het herstel „vaste grond onder de voeten” moet hebben.
Verder pleit Knot voor ruimhartige steun voor levensvatbare bedrijven met hoge schulden. „Maatregelen die de schuldenlast verlichten of tijd geven om deze te herstructureren, kunnen bedrijven met voldoende toekomstperspectief overeind houden”, aldus Knot.
Voor het herstel is het volgens DNB verder belangrijk dat de kosten voor financieringen laag blijven, al is ook dat niet zonder risico. Wereldwijd gaven overheden 16 biljoen dollar uit aan coronasteun. Dat zorgde ervoor dat overheidsschulden opliepen van 84 procent van het gezamenlijke bbp in 2019 tot naar verwachting 99 procent dit jaar.
Ook heerst onzekerheid over de kredietwaardigheid van bedrijven, vooral in de door de coronacrisis zwaar getroffen sectoren. De centrale bank waarschuwt in het bijzonder voor het gevaar dat problemen kunnen overslaan door de sterke verwevenheid tussen banken, bedrijven en overheden, ook in andere Europese landen.