Zondag werd een toestel van de Ierse prijsvechter dat boven Wit-Rusland vloog gedwongen een landing te maken op de luchthaven van de hoofdstad Minsk. Het vliegtuig was van Griekenland onderweg naar Litouwen. Aan boord zat een belangrijk kopstuk van de oppositie, journalist Roman Protasevitsj, die door de Wit-Russische autoriteiten van boord werd gehaald.

Ook vanuit onder meer de Baltische staten en Zweden klonk al de roep om het luchtruim van Wit-Rusland te mijden. De Scandinavische luchtvaartmaatschappij SAS liet al weten de Zweedse oproep te volgen. Haar vluchten zullen rond het Wit-Russische luchtruim gestuurd worden. Ook Wizz Air, de grootste prijsvechter van Oost-Europa, vliegt met zijn toestellen om Wit-Rusland heen.

Westerse leiders noemden de Wit-Russische actie een „daad van staatsterrorisme” en verwacht wordt dat de EU maandagavond de sancties tegen Wit-Rusland zal aanscherpen. De autoriteiten in Wit-Rusland zeggen dat ze niet tegen de regels handelden. Rusland zegt op zijn beurt geschokt te zijn door de westerse verontwaardiging over het incident.

Het Europese luchtverkeersleidingsagentschap Eurocontrol geeft aan dat het samenwerkt met luchtvaartmaatschappijen en luchtvaartnavigatiediensten in buurlanden van Wit-Rusland om ervoor te zorgen dat maatschappijen het Wit-Russische luchtruim kunnen vermijden als ze dat willen.