Brussel verliest staatssteunzaak Luxemburg en Amazon
De Europese Commissie heeft in 2017 ten onrechte de Luxemburgse regering opgedragen 250 miljoen euro ‘achterstallige’ belasting plus rente te vorderen van het Amerikaanse internetwarenhuis Amazon. Dat oordeelt het Gerecht van de Europese Unie in een zaak die de Luxemburgse regering en Amazon tegen het besluit van het dagelijks EU-bestuur hadden aangespannen. Het gerecht vernietigt het commissiebesluit.
Volgens het gerecht, onderdeel van het Europees Hof van Justitie, kan de commissie niet aantonen dat Amazon door afspraken met de Luxemburgse belastingdienst is voorgetrokken op andere bedrijven en dat het bedrijf daardoor zijn belastingdruk onrechtmatig kon verminderen.
In 2017 oordeelde EU-commissaris Margrethe Vestager (Mededinging) dat Luxemburg illegale staatssteun had verleend aan Amazon. Het bedrijf is gevestigd in het groothertogdom en genoot volgens de Deense voordelen ten opzichte van de concurrentie door een gunstige belastingdeal (‘ruling’) uit 2003, die in 2011 werd verlengd.
Amazon hoefde daardoor over bijna driekwart van de winst geen belasting te betalen en droeg vier keer minder af dan andere lokale bedrijven, zei Vestager indertijd. Volgens haar hanteerde de Luxemburgse fiscus een ongerechtvaardigde methode om de belastingaanslag te berekenen via een constructie met twee Amazon-dochters waartussen met winsten werd geschoven. Daarmee kon Amazon de belastingafdrachten drukken, maar daar is de Europese rechter het dus niet mee eens.
De uitspraak is een nieuwe klap in het gezicht van de commissie, die vorig jaar ook al werd teruggefloten nadat ze Ierland had opgedragen 13 miljard euro ‘achterstallige’ belasting van de Amerikaanse techgigant Apple te vorderen, en Nederland 25 miljoen van de Amerikaanse koffiebrander Starbucks. In 2019 won het dagelijks EU-bestuur juist een soortgelijke Luxemburgse belastingzaak over staatssteun voor Fiat, terwijl eerder op woensdag het gerecht de commissie ook gelijk gaf over een Luxemburgse belastingdeal met het Franse energiebedrijf Engie.
In een reactie zegt Amazon blij te zijn met de uitspraak. „Die is in lijn met ons beleid dat we ons houden aan alle geldende wetgeving en dat Amazon geen speciale behandeling kreeg.” De commissie kan tegen het oordeel in beroep gaan bij het EU-hof, maar heeft nog niet laten weten of ze dat ook gaat doen.