Binnenlands front in Israël vormt gevaarlijke bedreiging
Het waren helaas weer overbekende beelden. Rooksporen van raketten langs de strakblauwe hemel boven de Gazastrook die hun weg naar Israëlische dorpen en steden zoeken. Burgers die zich naar schuilkelders en versterkte kamers spoeden. Paniek, schade, brand. Doden en gewonden. En daarna, onvermijdelijk, Israëlische straaljagers en gevechtshelikopters die vergeldingsaanvallen op Palestijnse doelen uitvoeren. Nog meer slachtoffers, nog meer ellende.
In het donker is het tafereel bijna surrealistisch. Boven Tel Aviv lijkt dinsdagavond een macabere vuurwerkshow aan de gang. Projectielen uit Gaza trekken vurige banen langs de nachtelijke hemel. De raketten van het Iron Dome luchtafweersysteem laten hun eigen lichtspoor na. Als de twee ‘rivalen’ elkaar ontmoeten klinken luide explosies boven de Israëlische kustplaats.
Bekende beelden. En toch anders, dit keer. Niet omdat terroristen nu ook Jeruzalem en Tel Aviv bestoken. Dat is vaker gebeurd. Maar wel vanwege de intensiteit van de beschietingen. Dinsdag vuurden Palestijnen vanuit Gaza binnen enkele minuten zo’n honderd raketten richting Israël af. Ze gokten erop dat de luchtafweer niet alle projectielen tegelijk tegen kon houden. En dat gebeurde ook niet, getuigen de treffers in woongebieden in diverse steden.
Ernstiger nog is dat Israël zich momenteel niet alleen met aanvallen uit de Gazastrook ziet geconfronteerd. Ook binnenslands slaat de vlam in de pan. Niet alleen op de Tempelberg en in delen van Jeruzalem, waar al wekenlang hevige rellen, voornamelijk van Palestijnse jongeren, aan de gang zijn. Maar ook in steden en dorpen waar veel Arabische Israëliërs wonen. Zij hebben de Israëlische nationaliteit en maken zo’n 20 procent van de bevolking uit.
In Lod staken Arabische relschoppers dinsdagavond drie synagoges en talloze winkels en auto’s in brand. Ze gooiden brandbommen bij huizen met Joodse inwoners naar binnen en molesteerden mensen op straat. De burgemeester van de stad sprak van het uitbreken van een burgeroorlog en waarschuwde dat tientallen jaren van vreedzaam samenleven in één klap kunnen worden vernietigd. Zijn vergelijking met de pogroms door de nazi’s tijdens de Kristallnacht van 1938 was weliswaar misplaatst, maar gaf wel de ernst van de situatie aan. Premier Benjamin Netanyahu riep de noodtoestand uit en stuurde extra veiligheidstroepen. Ook in Jaffa en Akko kwam het tot forse ongeregeldheden.
Tijdens eerdere conflicten rond Gaza vreesde Israël altijd voor de opening van een tweede militaire front. De Libanese terreurbeweging Hezbollah zou de chaos kunnen aangrijpen om de Joodse staat vanuit het noorden te bestoken.
Dat risico bestaat nog steeds. Maar nu ligt ook het gevaar van een binnenlands front levensgroot op de loer. En dat is zo mogelijk nog gevaarlijker omdat het veel lastiger is te bestrijden.