‘Meer elektronica, witgoed en fietsen verkocht in eerste kwartaal’
De schade van de verplichte winkelsluitingen op de detailhandel lijkt in de eerste maanden van dit jaar mee te vallen, maar er zijn wel duidelijke verschillen per sector. Dat meldt marktonderzoeker GfK. De omzet van de non-food-detailhandel is in januari, februari en maart licht gedaald. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar kwam de omzet 1,4 procent lager uit op 4,7 miljard euro.
Met name de elektronicasector groeide door het vele thuiswerken en thuis zijn. Daardoor werden onder andere meer laptops, telefoons en spelcomputers verkocht. De omzet van elektronica groeide met 5 procent, onder meer doordat consumenten duurdere producten kochten. Met name hoofdtelefoons en televisies verkochten goed. De verkopen in de IT-sector stegen met 12 procent. Notebooks, monitors, routers, toetsenborden, muizen, webcams en printers zijn nog altijd erg populair.
Ook witgoed werd meer verkocht in het eerste kwartaal. Door de coronacrisis zijn mensen hun huis gaan opknappen, waardoor ze koelkasten, vaatwassers, inbouwkookplaten, fornuizen en ovens kochten. De omzet van kleinere huishoudelijke apparatuur zoals koffie- en keukenmachines, luchtreinigers en stofzuigers groeide met 20 procent.
De tweewieler deed het ook goed. In de eerste maanden van het jaar werden veel meer fietsen verkocht. Dat kwam door dichte sportscholen en omdat mensen door de virusuitbraak minder met het openbaar vervoer willen reizen. De totale fietsomzet steeg in januari, februari en maart met bijna een kwart. Die groei komt door meer verkopen van e-bikes.
Daarnaast werd nog meer online verkocht omdat niet-essentiële winkels tot begin maart gedwongen de deuren gesloten moesten houden. In met name de doe-het-zelfsector kwam die gedwongen sluiting hard aan. Daar daalde de omzet met 40 procent in de eerste maanden dit jaar. Ook de mode-, schrijfwaren-, boeken- en brillenwinkels hadden flink last van het niet open mogen van winkels.