Bij de Israëlische luchtaanvallen op de Gazastrook zijn volgens de plaatselijke autoriteiten zeker 24 mensen om het leven gekomen, onder wie negen kinderen. Ruim honderd mensen zijn gewond geraakt. Volgens de Israëlische strijdkrachten zijn bij de aanvallen vijftien Palestijnse strijders gedood.

De Gazastrook is een van de dichtstbevolkte plaatsen ter wereld met circa twee miljoen inwoners op slechts 365 vierkante kilometer. De luchtaanvallen werden uitgevoerd nadat de Palestijnse beweging die de strook beheerst, Hamas, Israël had bestookt met circa 250 raketten. Daarbij zijn volgens Israëlische media maandag in de stad Ashkelon zeker zeven gewonden gevallen.

Een Israëlische legerwoordvoerder zei dat vooralsnog 140 keer doelen in de Gazastrook gericht zijn aangevallen. Israël zou meer luchtaanvallen uitvoeren en sommige media speculeren dat wordt overwogen de strook weer met grondtroepen binnen te vallen.

Het Israëlische leger zegt dat alleen militaire doelen in Gaza worden aangevallen. Minister-president Benjamin Netanyahu meent dat Hamas „de rode lijn” heeft overschreden en dat zijn land „krachtig zal antwoorden”. „Wij zullen geen aanvallen op ons territorium, onze hoofdstad, onze burgers en onze militairen tolereren. Zij die ons aanvallen zullen een flinke prijs betalen.” Hamas heeft gedreigd van Ashkelon „een hel” te maken als Israël doorgaat met aanvallen. Washington riep alle partijen op de spanning te verminderen en nieuwe burgerslachtoffers te vermijden.

Hamas had Israël maandag een ultimatum gesteld. Als het land niet de veiligheidstroepen en kolonisten zou weghalen uit een Arabische wijk in Jeruzalem, zou Hamas in de aanval gaan. Inmiddels heeft de groepering volgens eigen zeggen ruim honderd raketten afgeschoten. Israël meldde dat raketten waren onderschept door luchtafweergeschut of in open veld terecht zijn gekomen. Terwijl luchtalarmen loeiden in Jeruzalem en omstreken, ontruimde de Israëlische politie het parlementscomplex en werden honderden Joodse gelovigen bij de Klaagmuur geëvacueerd.

Daarnaast vonden in Jeruzalem opnieuw botsingen plaats tussen betogers en de politie uit protest over de geplande uitzetting van zeker zestig Palestijnse gezinnen in Oost-Jeruzalem. Het Israëlische hooggerechtshof moet zich daar nog over uitspreken. Een rechtszaak hierover zou maandag plaatsvinden, maar die is uitgesteld.

Israël vierde maandag ook Jeruzalemdag, een jaarlijkse feestdag waarop wordt stilgestaan bij de verovering van Oost-Jeruzalem in 1967. De autoriteiten hadden om verdere onrust te voorkomen al besloten dat Joodse groepen niet naar de omgeving van de al-Aqsa-moskee op de Tempelberg mochten komen.