Mijn instrument: Elsbeth Verheij: Harp klinkt niet alleen lieflijk maar ook stoer
Ze hebben een paar dingen gemeen. Beroepsmusicus Elsbeth Verheij en haar leerling Kathelijne Geleijnse namen allebei pas op latere leeftijd les, maar gingen met sprongen vooruit. Ook omdat ze studeren geen straf vinden. Beiden worden gelukkig van harpspelen. Ze genieten van de vele sferen die je met het tokkelinstrument kunt oproepen.
„Soms ben ik vooral met mijn voeten bezig”
Zelf wegdromen bij de melodieuze klanken van haar instrument is er voor een harpiste niet bij. „Het intrappen van de pedalen om tonen hoger of lager te laten klinken, moet in een fractie van een seconde gebeuren. Ben je te laat of te vroeg, dan klinkt een toon niet zuiver”, vertelt Elsbeth Verheij (23).
„Soms ben ik meer met mijn voeten dan met mijn handen bezig”, vervolgt de Ridderkerkse harpiste. Ze laat een partituur van Hasselmans zien. Onder de notenbalken heeft ze op veel plekken aangegeven wanneer ze een van de zeven pedalen of twee pedalen tegelijk moet intrappen.
De harp heeft vooral het imago van een lieflijk en melodieus instrument. Daar is niks mis mee, vindt Verheij. „Ik ben wel blij dat de harp ook een stoere kant bezit. Die kun je oproepen door te raggen op de bassnaren, een knerpend geluid te laten horen door een pedaal half in te drukken of door te kloppen op de klankkast.”
Tijdens een open dag op de muziekschool liep de 11-jarige Elsbeth direct op de harp af. „Andere instrumenten heb ik niet meer geprobeerd. Ik was 11 toen ik mijn eerste les kreeg en bleef het spelen leuk vinden toen ik puber was. Geschiedenis studeren leek mij interessant, maar de harp heeft het gewonnen. Ik ben nog altijd blij dat ik naar het conservatorium ben gegaan. Over geld heb ik mij nooit druk gemaakt.
Verheij geeft inmiddels les op vijf muziekscholen, heeft privé-leerlingen en is verbonden aan het Leerorkest Drechtsteden. „Concerten geven is door corona niet mogelijk, gelukkig speel ik af en toe nog tijdens kerkdiensten.” De harpiste houdt van afwisseling. „Ik speel samen met koren en orkesten, in kamermuziekensembles en geef soloconcerten in zorgcentra en speel in herdenkingsdiensten. Ik wil geen vaste baan bij een orkest, vooral omdat je dan ook op zondag moet concerteren.”
Dagelijks studeert Verheij drie tot vijf uur. Ze kan nog jaren vooruit. „Met muziek van de 19e-eeuwers Godefroid, Hasselmans en de 20e-eeuwse componist Grandjany bijvoorbeeld. Maar ook de impressionisten Debussy en Ravel en vroegere componisten als Händel en Monteverdi schreven werken die de klankkleuren van de harp prachtig uit laten komen.”
Weg van de warme en ronde klank
De warme en ronde klank. Daar viel Kathelijne Geleijnse (16) uit Giessen als een blok voor. „Omdat je twee handen gebruikt, kun je tegelijk een melodie en akkoorden spelen. Hierdoor wordt in je eentje spelen niet saai. Je kunt er ook bij zingen. Het is mooi dat de harp in de Bijbel wordt genoemd.”
In januari 2020 kreeg Kathelijne haar eerste harples op de muziekschool in Gorinchem. Sinds het vertrek van haar docente in september van dat jaar heeft ze nu wekelijks online een halfuur les van Elsbeth Verheij.
De vwo-leerlinge van de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem startte pas op haar vijftiende met harpspelen. „Best laat inderdaad. Op de basisschool heb ik drie jaar blokfluitles gehad. Ik heb ook een panfluit, maar kreeg geen les op dit instrument. Mijn ouders vroegen zich lange tijd af of mijn voorliefde voor de harp serieus genoeg was om les te nemen. Uiteindelijk kochten we een hakenharp. Dit is een kleinere versie van de pedaalharp, die geen pedalen heeft. Om een toon te veranderen, kun je een haak verzetten.”
In huize Geleijnse klinkt vrijwel altijd muziek, want behalve Kathelijne bespelen bijna al haar broers en zussen en haar vader een instrument. „Als ik mijn harp aanraak, ben ik zo een halfuur verder. Elke dag studeer ik. Het liefst stukken die je snel kunt spelen. Ik houd vooral van klassieke werken en van eigentijdse muziek van een componist als Einaudi. Techniekoefeningen vind ik wat saaier. Ik heb een lesboek vol technische aanwijzingen voor het gebruik van de handen. In het begin vroeg ik mij af wat ik daarmee moest, maar tijdens het spelen van een simpele toonladder moet je bijvoorbeeld al aan ten minste vijf verschillende dingen denken. Inmiddels merk ik dat het spelen dankzij die techniek veel soepeler gaat. Op dit moment werk ik vooral aan het sneller plaatsen van de vingers op de snaren.”
Volgens haar docente gaat Kathelijne met sprongen vooruit en zou ze inmiddels bijna kunnen aanhaken bij de vooropleiding van een conservatorium. Maar de vwo-leerlinge gaat voor een universitaire studie. „Ik blijf wel muziekles nemen en ga misschien ooit masterclasses volgen. Voorlopig heb ik een andere droom: mijn hakenharp inruilen voor een pedaalharp.”