Turkse centrale bank laat rentes ongemoeid
De Turkse centrale bank heeft opnieuw niet gemorreld aan zijn rentestanden. Daarmee bleef het belangrijkste rentetarief van het land staan op 19 procent. Volgens de centrale bank lijkt de inflatie zijn hoogtepunt te hebben bereikt, waarmee ingrijpen nu niet noodzakelijk was.
De inflatie in Turkije liep in april voor de zevende maand op rij op, aangewakkerd door een zwakke lira en oplopende mondiale energieprijzen. Maar de nieuwe gouverneur van de bank, Sahap Kavcioglu, verwacht dat het tempo van de prijsstijgingen gaat afnemen. Nu ligt de inflatie rond de 17 procent. Eind van dit jaar ligt de gemiddelde prijsstijging op ongeveer 12,2 procent, is zijn prognose.
Door de oplopende inflatie bedraagt de reële rente, het verschil tussen de inflatie en de beleidsrente, minder dan 2 procent. Dat betekent concreet dat Kavcioglu weinig ruimte heeft om de rentes te verlagen zoals president Recep Tayyip Erdogan graag zou zien. Erdogan blijft bij zijn onorthodoxe opvatting dat hogere rentetarieven eerder zorgen voor prijsstijgingen dan prijsdalingen.
Als Kavcioglu wel had beslist om de rentes te verlagen zou dat mogelijk van invloed zijn geweest op de waarde van de Turkse munt. De lira heeft sinds het aantreden van de gouverneur op 20 maart al meer dan 13 procent aan waarde verloren ten opzichte van de dollar.
Kavcioglu heeft toegezegd een strak beleid te voeren, tot het moment dat de beoogde inflatiedoelstelling van de centrale bank van 5 procent is bereikt. Hij is al het vierde hoofd van de Turkse centrale bank sinds 2018. Zijn voorganger werd door Erdogan ontslagen omdat die de belofte om de rentes verder aan te scherpen schrapte.