Onderzoek naar strafbaarstelling lijkschennis en necrofilie
Minister Ferd Grapperhaus (Justitie) laat onderzoeken of lijkschennis of necrofilie apart strafbaar moeten worden gesteld. Dat antwoordt hij op vragen van de Tweede Kamer.
Het verminken of seksueel misbruiken van een overledene is in Nederland niet apart strafbaar. Volgens Grapperhaus betekent dat niet dat mensen die zich er schuldig aan maken, er vaak mee weg komen, omdat ze ook kunnen worden vervolgd voor bijvoorbeeld grafschennis, vernieling, of andere vergrijpen. „Necrofilie komt weinig voor en meestal in combinatie met moord of doodslag. Van straffeloosheid van de dader is in de regel geen sprake”, schrijft de minister.
De Volkskrant berichtte in maart over een oproep van Tweede Kamerleden en experts om lijkschennis wél strafbaar te stellen, maar Grapperhaus zegt in de discussie over een wetsvoorstel over seksuele misdrijven geen signalen te hebben gehad dat er behoefte was aan aparte strafbaarstelling, in de Kamer of daarbuiten.
Toch laat hij het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) een onderzoek doen „naar de (maatschappelijke en strafvorderlijke) wenselijkheid van deze strafbaarstelling”. De bewindsman hoopt nog dit jaar meer te kunnen zeggen over de uitkomst van het onderzoek.