Nederlandse gezinnen gevangen in Japan
Na de Bevrijding trokken ze bekijks: tussen alle broodmagere mannen die als krijgsgevangene in Japan de Tweede Wereldoorlog hadden overleefd, liepen enkele vrouwen en kinderen. Ook broodmager, maar ze waren weer vrij.
In de familie van Ineke van der Wal (1956) werd niet over die tijd gesproken. Ze vond het maar gênant dat haar ouderlijk huis het enige in de buurt was waar op 15 augustus de vlag uithing. Voor Inekes moeder was het op die datum Bevrijdingsdag, en niet op 5 mei.
De meeste Indiëgangers hadden in een jappenkamp geïnterneerd gezeten. Inekes moeder niet. Waar wel? Daarover zweeg ze. Neven en nichten kregen bij hun ouders ook nul op het rekest: over de oorlog geen woord.
Uiteindelijk heeft Van der Wal het verhaal weten te ontrafelen. Het verhaal over 22 Nederlanders die naar Japan werden weggevoerd. De mannen om er te werken. Hun vrouwen en kinderen moesten mee. Mochten mee, dat ook: andere mannen waren jarenlang van hun gezin gescheiden.
E
enzaamheid
Voordat Japan Nederlands-Indië stormenderhand veroverde, was Van der Wals opa directeur van het radiolaboratorium in Bandoeng. Zijn werk werd gewaardeerd; een halfjaar voor de vijandelijke inval werd ir. Willem F. Einthoven benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau.
De bezetter wilde zijn kennis en kunde benutten. Ook andere mannen leken vanwege hun opleiding en beroep bruikbaar. Ze verdwenen niet in de massakampen, achter prikkeldraad, maar werden afgevoerd naar Japan. Hun gezinnen moesten mee, als gijzelaar, om de mannen tot medewerking te dwingen.
Niet dat hun leven aan alle kanten beter was dan dat in de interneringskampen. Ook zij leden honger en gebrek. Ook bij hen overleed iemand door het ontbreken van medische zorg. En ze waren hun vrijheid kwijt. Ontsnappen had misschien gekund, maar waar moesten ze naartoe? Ze waren afgesloten van de buitenwereld. „Het was zoo eenzaam”, luidde de laatste zin in de eerste brief van Van der Wals grootmoeder waarin ze de familie in Nederland op de hoogte stelde van de gebeurtenissen in de achterliggende tijd.
V
oedseldropping
Die brieven vormden een belangrijke bron voor het boek waaraan Van der Wal jarenlang werkte. ”De tempel met de chrysanten”, ging het heten, en dat zou de titel van een toeristisch verhaal kunnen zijn als de ondertitel niet ”Krijgsgevangene in Tokio” geweest was.
Vijf gezinnen, opgesloten in de Japanse hoofdstad, waar ze het met elkaar probeerden uit te houden, hoe klein de woonruimten en hoe groot de onderlinge verschillen ook waren. Ze woonden te midden van een vijandelijk volk, al stelden hun verzorgers zich niet vijandig op. Bombardementen verwoestten de omgeving, want Amerika probeerde Japan op de knieën te dwingen. Uiteindelijk werden de gevangenen vervoerd naar een afgelegen tempel op het boerenland, zonder water en sanitair. Tot daar de vrijheid kwam en het voedsel uit overvliegende vliegtuigen viel.
De bevrijde gevangenen gingen naar de Filipijnen, naar Australië, naar Nederland – niet naar het geliefde Indië, waar het nog steeds onveilig was. In de bagage die werd meegesleept, bevond zich ook de urn met de as van vader Einthoven, die in Tokio was overleden.
Zijn weduwe en kinderen bouwden in Nederland een nieuw bestaan op, al viel dat niet altijd mee. Van der Wal heeft het verhaal tot in detail weten te reconstrueren. Nu weet ze wat haar moeder verzweeg, haar oma, en alle andere volwassenen in de familie. Een nauwelijks bekende geschiedenis, levendig beschreven.
Boekgegevens
De tempel met de chrysanten. Krijgsgevangene in Tokio, Ineke van der Wal; uitg. Walburg Pers; 187 blz.; € 19,99.