Belgische frietkramen en aardappelindustrie lijden verliezen
De Belgische aardappelindustrie heeft in 2020 forse verliezen geleden. Vanwege de coronacrisis bleef de branche met grote hoeveelheden aardappels zitten doordat de export terugliep en restaurants gesloten waren. De beroemde Belgische frietkramen, die in grote steden afhankelijk zijn van toeristen, werden zwaar getroffen.
In plaats van de geplande 5,6 miljoen ton aardappelen werd vorig jaar nog geen 5,1 miljoen ton verwerkt. Dat zegt Romain Cools, tot voor kort voorzitter van branchevereniging Belgapom. De export liep met zo’n 10 procent terug. De koelcellen van boeren bleven tot de nok toe gevuld.
De crisis voor de aardappelboeren had volgens Cools erger kunnen uitpakken. De voorzitter van de branchevereniging kwam in april 2020 met een opmerkelijke oproep. Hij riep Belgen op om twee keer per week patat te eten, in plaats van één keer. „De oproep en daaropvolgende aandacht van de media hebben zeker een positief effect gehad op de verkoopcijfers”, aldus Cools.
Toch liep de verkoop van frietkramen tussen de 20 en 80 procent terug. Naast andere maatregelen waren er compensatiebetalingen voor kramen die een omzetdaling van minstens 40 procent konden aantonen.