Dat heeft de Raad van State woensdag in hoger beroep bepaald. De hoogste bestuursrechtbank heeft uitgemaakt dat de disclaimer in strijd met de Europese wet is. De disclaimer, ten onrechte door de Nederlandse overheid verplicht gesteld, hield in dat „het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen de werkzaamheid van het homeopathische middel niet met wetenschappelijke criteria heeft beoordeeld.”

De Nederlandse overheid mag producenten van geneesmiddelen op grond van de Europese wet wel verplichten tot het vermelden van waarschuwingen voor bijwerkingen of beïnvloeding van de rijvaardigheid. Maar de tekst die de overheid in 2002 verplicht stelde, behoort niet tot de waarschuwingen waar de Europese richtlijn het over heeft, oordeelt de Raad van State.

Producent VSM uit Alkmaar had de kwestie aan de raad voorgelegd. Hij bereidt nu een schadeclaim voor. Volgens directeur J. Zwoferink kan de staat een claim van 4 à 5 miljoen euro verwachten.

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen dat de medicijnproducenten had opgelegd de tekst op het medicijnetiketten te vermelden, reageert teleurgesteld op de uitspraak. Het college gaat met het ministerie van Volksgezondheid over mogelijke stappen overleggen.