Transportsector hekelt uitstel vrachtwagenheffing
De transportsector vreest de klimaatdoelstellingen niet te halen nu demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat langer nodig heeft voor de invoering van de vrachtwagenheffing. De opbrengsten van de heffing zouden gebruikt worden om de sector op tijd te verduurzamen. De vraag is of dat nu op tijd lukt, aldus Transport en Logistiek Nederland (TLN).
Met de invoering van een vrachtwagenheffing gaan binnenlandse en buitenlandse vrachtwagens betalen voor het gebruik van de Nederlandse wegen. De opbrengst uit de vrachtwagenheffing, zo’n 250 miljoen euro per jaar, zal in overleg met de vervoerssector worden teruggesluisd voor innovatie en verduurzaming van de vervoerssector.
De invoering stond gepland voor 2024. In een brief aan de Tweede Kamer rept Van Nieuwenhuizen nu over „vier jaar na afronding van de parlementaire behandeling”. Dat komt volgens TLN neer op 2027. „Dit besluit komt volledig uit het niets vallen,” reageert TLN-voorzitter Elisabeth Post. Met het uitstel en daarmee het mislopen van 750 miljoen euro is volgens haar het fundament weg onder de overgang waar de sector voor staat.
Zonder de heffingsinkomsten is het volgens TLN nog maar de vraag of doelstellingen die in het klimaatakkoord stonden, zoals het emissievrije vervoer in 30 tot 40 binnensteden, nog wel gehaald zullen worden. Dit terwijl duidelijke afspraken waren gemaakt met het kabinet. Het nieuwe kabinet moet volgens TLN dit gat zo snel mogelijk dichten.
Volgens TLN rijden er op dit moment zo’n 160 trucks met een emissievrije aandrijving in Nederland. Om steden vanaf 2025 emissievrij te bevoorraden zijn zeker 5000 elektrische vrachtwagens nodig. Probleem is dat zo’n vrachtwagen ongeveer drie keer zoveel kost als een dieseltruck. Met de opbrengsten van de vrachtwagenheffing zouden transportondernemers via een subsidie deze grote investeringen gedeeltelijk kunnen financieren, aldus TLN.