Marktkooplieden vragen Veiligheidsberaad om extra steun
Een groep marktkooplieden heeft maandagmiddag voorzitter Hubert Bruls van het Veiligheidsberaad twee petities en een grote zak met koekkruimels aangeboden. De ambulante verkopers vinden namelijk dat de markten in de hele coronacrisis worden vergeten. Zij willen weer open kunnen omdat winkelen in de buitenlucht volgens hen veilig kan. „Onze koek is bijna op, vandaar de kruimels”, zegt standwerker Paul Bol namens ruim 17.000 handelaren in onder meer kleding en andere non-foodartikelen.
„De markten worden in publieke discussies niet genoemd. Wij zijn te weinig in beeld. U, meneer Bruls, heeft ons weer op de kaart gezet door ons recent in enkele interviews wel te noemen”, zegt Bol. „Wij zijn al ruim een jaar dicht. Wij werden als allereerste gesloten en mochten in tegenstelling tot winkels niet meer open.”
Bruls snapt dat de kooplieden zich eraan storen dat er veel wordt gesproken over de horeca en winkels en niet over de markten. Bovendien mag de ene collega met fruit die al jaren naast de kledingverkoper op de markt staat wel verkopen en de ander niet. Hij heeft er vertrouwen in dat dit snel zal veranderen. „Dat horen wij van het kabinet dinsdag. De markten vallen onder de buitenactiviteiten. De markt is een doorstroomlocatie.”