Stenen bikken in N’Djamena om te overleven
In het centrum van N’Djamena, Tsjaad, zijn tientallen vrouwen –bij een temperatuur van rond de 45 graden Celsius– tot 12 uur per dag in de weer met het verpulveren van stukken beton en steen om zich in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat ze daar amper in slagen, is duidelijk te zien aan hun kinderen die veelal om hen heen zwerven; ze zijn niet meer dan vel over been.
De vrouwen werken temidden van het puin dat is gestort op leegstaande kavels aan de voet van moderne gebouwen, die het zakencentrum van de hoofdstad vormen. Het verpulverde steen wordt verkocht aan afnemers voor wie de aanschaf van beton te duur is. Vermengd met modder of een beetje gips, wordt het gruis gebruikt als bouwmateriaal voor nieuwe woningen.
Volgens de Verenigde Naties is Tsjaad het op twee na minst ontwikkelde land ter wereld en vormen de vrouwen het hart van de ‘recycling-industrie’ voor bouwmaterialen.