Tussen 2010 en 2020 was de relatie tussen Nederland en Suriname zeer koel vanwege het presidentschap van Desi Bouterse en diens betrokkenheid bij de moord op vijftien politieke tegenstanders in 1982. De Surinaamse krijgsraad veroordeelde Bouterse in 2019 tot twintig jaar gevangenisstraf.

Santokhi wil zo snel mogelijk een bezoek brengen aan Nederland om daar op het hoogste niveau te praten over de invulling van de hernieuwde samenwerking. De president zou in februari al naar Nederland gaan, maar de Covid-situatie in Nederland stond dat toen in de weg. Het bezoek werd uitgesteld tot na de Tweede Kamerverkiezingen.

De Surinaamse president benadrukte dat Surname niet uit is op geld van Nederland. Het gaat hem vooral om goede handelsbetrekkingen, technische bijstand op een aantal gebieden en hulp bij het aantrekken van investeerders en goedkoop kapitaal. Voor de 17,5 miljoen euro die Suriname nog tegoed heeft uit de zogenoemde verdragsmiddelen, heeft de Surinaamse regering een bestemming gevonden. Het geld zal onder andere worden gebruikt voor studiebeurzen, het opzetten van een productiefonds en de afbouw van het hoofdbureau van politie, zei Santokhi.

De aanleiding voor de persconferentie was om terug te kijken op de afgelopen negen maanden, de eerste fase van de regering-Santokhi-Brunswijk. Santokhi gaf toe dat niet alle voornemens van de nieuwe regering realiteit zijn geworden. Zo had hij eigenlijk in februari al een deal willen hebben met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Ook had hij gerekend op de komst van meer goedkoop kapitaal en meer buitenlandse investeerders.

Het grootste obstakel voor de regering was en is echter de schuldenlast van ruim 3,3 miljard euro die de vorige regering onder leiding van ex-president Bouterse heeft achtergelaten, aldus Santokhi. Ondertussen lijken de onderhandelingen met het IMF volgens de president de goede kant op te gaan. Als dat inderdaad het geval is, kan Suriname rekenen op een bijdrage van rond de 625 miljoen euro.