Mijn instrument: Voor pianist Jaap Eilander is Bach op een vleugel „het einde”
Zelf spelen of met anderen, klassiek of een geestelijk lied – de piano is vooral veelzijdig. Voor beroepsmusicus Jaap Eilander was het een jarenlang proces om zijn instrument „meester” te worden. Zijn leerling Joël Methorst kan op de piano bij uitstek zijn gevoel kwijt. Maar ook hij merkt dat goed pianospelen doorzetten betekent.
Bach op een vleugel? „Helemaal het einde”
Hij kan zich niet herinneren dat hij heeft getwijfeld over een leven in de muziek. „Alles eromheen vond ik gewoon minder leuk.” Niet dat de keuze van Jaap Eilander (37) voor de piano nu zo groots en meeslepend verliep: hij was een jaar of 11 en een „kameraad” in de klas speelde piano. „En ik dacht: laten we dat maar gaan doen.”
Hij raakte in de ban van het instrument. „Pianospelen is makkelijk aan te leren. Alle toetsen liggen klaar voor je, de klank is al snel goed. Maar het kost jaren om het instrument geheel meester te worden.” Sinds zijn conservatoriumstudie vult hij zijn dagen met studeren, concerteren –voor corona– en doceren. Zijn studenten variëren van beginners tot mensen die naar het conservatorium willen.
Op zijn studeerkamer in Klarenbeek prijkt een vleugel van de beroemde bouwer Steinway & Sons – de Rolls-Royce onder de piano’s. Het instrument met minstens 12.000 onderdelen is vakwerk: de bouw ervan kostte zeker drie jaar.
Wat wij een vleugel noemen, is eigenlijk de oerversie van de piano, legt Eilander uit. „Die heette eerst een fortepiano, later gewoon piano. De snaren liggen horizontaal in het instrument. De piano is steeds verder ontwikkeld; toen de concertzalen groter werden, is het frame van gietijzer gemaakt. Daardoor staan de snaren onder grote spanning, waarmee het geluid veel verder reikt. Toen het instrument steeds populairder werd en mensen het graag in huis wilden, ontstond wat wij nu de piano noemen. Dat is eigenlijk een compactere versie van de vleugel; de snaren staan daar verticaal in.”
Wie kennis wil maken met de klankwereld van de piano, adviseert Eilander muziek van Chopin. „Beluister een impromptu of wals; schitterende melodieën, virtuositeit maar ook verstilling, zijn muziek gaat er bij iedereen in. Er zijn weinig mensen op aarde die niet van Chopin houden.”
Zijn eigen smaak is zo breed als de piano veelzijdig is. Met één grote liefde: Bach. Zijn project met opnames van Bachwerken liep „een beetje uit de hand. Bach hoorde nooit de piano zoals wij die kennen, en toch klinkt zijn muziek er prachtig op. Elke keer als ik Bach speel op een Steinway denk ik: dit vind ik helemaal het einde.”
Onder de indruk van imponerende rij toetsen
Imponerend, vond Joël Methorst (18) als achtjarige jongen de piano. „Een mooi groot instrument, een rij aan toetsen. Mijn vader speelde orgel, dat vond ik ook mooi, maar ik wilde liever leren pianospelen. Ik viel voor de klank van dat instrument.”
En zo gebeurde: de ouders Methorst schaften een piano aan voor hun zoon van de Japanse bouwer Yamaha. Tien jaar later is Joël nog altijd blij met zijn instrument: „Ik vind het vooral mooi dat de bas, de zware klanken, daarop zo goed uitkomen.”
Omdat het predikantsgezin regelmatig verhuisde, volgde Joël pianoles bij meerdere docenten. „Daar ben ik wel blij mee, elke leraar geeft je weer andere inzichten.”
Nu ontwikkelt de Apeldoorner zijn spel verder onder hoede van pianist Jaap Eilander. Voor de komende les staat een fuga van Bach op de lessenaar. „En een van de ”Lieder ohne Worte” van Mendelssohn. Met Jaap speel ik de stukken door die ik thuis heb ingestudeerd en we gaan daar vervolgens weer helemaal doorheen; hij haalt eruit wat beter, mooier, anders kan.” Verder speelt Joël graag muziek van bijvoorbeeld Schubert of Chopin.
Maar er klinkt niet alleen klassieke muziek in huize Methorst. „Ik vind het juist mooi aan de piano dat het zo’n veelzijdig instrument is. Het is ook heel geschikt om te begeleiden; thuis zingen we er vaak bij met het gezin. Daarbij gebruiken we dan ook andere instrumenten. Daarnaast neem ik in coronatijd af en toe een lied op in onze kerkelijke gemeente. Ook met twee personen vierhandig spelen is erg leuk op de piano.”
Gemakkelijk is het niet altijd, pianospelen, er liggen heel wat valkuilen op de loer. „Voor mij is dat dat ik af en toe te graag wil, ik wil iets te snel goed kunnen spelen, waardoor het slordig wordt. Jaap wijst me altijd op het belang van geduld: goed studeren betekent langzaam lastige loopjes aanpakken, de vingerzetting opschrijven. Dat vraagt doorzettingsvermogen.”
Maar dat is de piano wel waard, vindt Joël. Erop uitgekeken is hij nog lang niet. „Ik kan er heel goed mijn gevoel in kwijt. Soms blijdschap, soms verdriet, elke stemming kun je vertolken in dit instrument.”