Cultuur & boeken

Streven naar onsterfelijkheid

Titel:

10 November 2004 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 01:51

”Guinness World Records 2005”
Auteur: Claire Folkard (hoofdred.)
Uitgeverij: Kosmos-Z&K, Utrecht, 2004
ISBN 90 2154 106 8
Pagina’s: 288
Prijs: € 24,95. Sinds mensenheugenis houdt de mens zich bezig met het najagen van roem en onsterfelijkheid. De overtreffende trap oefent een magische aantrekkingkracht uit. Al sinds de torenbouw in Babel. ”Guinness World Records” brengt het erepodium binnen ieders bereik. „Het enige dat je nodig hebt is de wil en het doorzettingsvermogen om te slagen!” De vijftigste editie van het vermaarde boek ligt nu in de winkel.

Gemengde gevoelens borrelen op bij het doornemen van de goudkleurige jubileumeditie van ”Guinness World Records”. Het ene moment bewondering, het volgende verbazing, afkeer of zelfs walging.

De records vallen grofweg in twee hoofdgroepen uiteen: feitelijke bijzonderheden en uitzonderlijke menselijke prestaties. Dat onderscheid komt al in de inleiding van Guinness World Records naar voren. „Vandaag de dag worden er jaarlijks 3,5 miljoen exemplaren van Guinness World Records verkocht. Dit geeft aan dat de honger naar kennis van de mensheid, gecombineerd met de wens om recordhouder te worden, niet verminderd is.”

Het best te verteren zijn de feitelijkheden. Dat de Mount Everest met zijn 8848 meter de hoogste berg op aarde is, leert elke basisschoolleerling. Maar wat is het snelste zoogdier in het water, de minst dichte stof, de kleinste harde schijf? En wie was de langstregerende vorstin ooit? Aardig om te weten en snel weer te vergeten: respectievelijk zwaardwalvis (55,5 km/u), aërogel (1,9 mg/cm3), een diskdrive van Toshiba (met een diameter van 21,6 mm) en koningin Victoria van Engeland (63 jaar en 216 dagen). En wie wil er nu weten hoeveel kilometer wegdek de langste file aller tijden in beslag nam? (Vooruit dan: 176 kilometer, op 16 februari 1980 tussen Lyon en Parijs.)

Het hoofdstuk ”Godsdiensten” beslaat slechts twee pagina’s en biedt weinig opzienbarends. Dat Simeon de Pilaarheilige (ca. 386-459) de „meest volhardende paalzitter” was (hij zat 39 jaar op een stenen pilaar bij Aleppo in Syrië) is genoegzaam bekend. En dat Mekka de meeste moslimpelgrims (zo’n 2 miljoen per jaar) trekt, is evenmin een verrassing. Het opmerkelijkste feit is wellicht dat de islam de snelst groeiende godsdienst is. In 1990 waren 935 miljoen mensen moslim; de schatting voor januari 2005 is dat het om 1,4 miljard mensen gaat. Ofwel 23 procent van de wereldbevolking.

Prestaties
Het zijn echter niet deze (zinnige en minder zinnige) weetjes die Guinness World Records bij het grote publiek populair maken. Het zijn de menselijke ’prestaties’ -de tweede categorie records- die tot de verbeelding spreken. En die eisen na vijftig jaar een aanzienlijk groter aandeel op.

Wat bezielt mensen om de grenzen van hun kunnen op te zoeken en te verleggen? In de sportwereld draait het daar per definitie om. Sneller, beter, sterker zijn dan de tegenstander vraagt het uiterste van de atleten. De apostel Paulus wist daarvan en trok er een geestelijke les uit. „Weet gijlieden niet”, schreef hij 2000 jaar geleden aan de gemeente van Korinthe, „dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat één de prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij die moogt verkrijgen. En een iegelijk, die om prijs strijdt, onthoudt zich in alles. Dezen dan doen wel dit, opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke.”

Het hoeft geen verbazing te wekken dat de afdeling sport nog altijd een aanzienlijk deel -bijna zeventig pagina’s- van de beschreven recordpogingen opeist. Guinness World Records heeft de sporthelden het alleenrecht op de lauwerkrans echter ontfutseld. Iedereen kan tegenwoordig kampioen worden. De Amerikaan Ashrita Furman (onder meer recordhouder van de snelste mijl afgelegd op een springstok) weet het zeker: „Iedereen heeft een speciaal talent. Ik geloof echt dat er voor ieder van ons iets is dat je kunt doen en waarmee je in Guinness World Records kunt komen.”

En duizenden proberen hartstochtelijk een plekje in Guinness World Records te bemachtigen. Sommigen nemen zelfs grote risico’s om ervoor te zorgen dat hun naam niet met hen vergaat. Blijkbaar heeft de mens een diepgewortelde behoefte om zijn sterfelijkheid van zich te schudden en voort te leven in zijn prestaties. Dat met de christelijke religie ook het perspectief van een eeuwige bestemming verdwijnt, blijkt voor velen toch onverdraaglijk.

Rijke fantasie
Maar een speciaal talent is niet eens nodig om recordhouder te worden. Dat Furman zelf niet minder dan negentien records wist te vestigen, schrijft hij vooral toe aan zijn rijke fantasie. „De snelste mijl met een fles melk op mijn hoofd, mijn record met de hoelahoep, zulke ideeën borrelen gewoon bij me op.”

Inderdaad: hoe kom je er op? Om Guinness World Records te halen, hoeft iemand blijkbaar alleen iets geks te verzinnen dat nog niet eerder is gedaan. Een stel levende ratelslangen bij hun staart in de mond nemen, bijvoorbeeld. Of je nagels laten groeien totdat ze 7,51 meter lang zijn. Of van 8,9 meter hoogte in 30 centimeter diep water springen. Of met alleen een zwembroek aan in een buis vol ijsblokjes gaan zitten en dat 1 uur en 7 minuten volhouden. Dat laatste record staat op naam van -jawel- de Nederlander Wim Hof. Applaus! Waarin een klein land groot kan zijn.

Gelukkig is Guinness World Records van een bijsluiter voorzien: „Een poging om een record te breken of een nieuw record te vestigen kan gevaarlijk zijn. Deskundig advies moet van tevoren worden ingewonnen en alle recordpogingen geschieden volledig op eigen risico.” Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Een groot kind
Om de vijftigste editie van Guinness World Records extra bijzonder te maken, zijn korte interviews met een paar recordhouders opgenomen. Ze maken soms onthutsend openhartig duidelijk waarom ze zo graag grenzen verleggen. Ashrita Furman: „Ik raakte als kind geïnteresseerd in het breken van records, en ik voel me nog altijd een groot kind! Mijn droom was om in het boek te komen, en ik had niet gedacht dat het zou lukken.” De Brit Richard Noble vestigde in 1983 met de supersonische racewagen Thrust 2 een nieuw snelheidsrecord op het land van 1019,46 km/u. Waarom? „Ik denk dat het heel erg belangrijk is omdat het aangeeft wat een mens of een land aandurft. En het is erg belangrijk omdat het de volgende generatie aanspoort om iets soortgelijks te doen.” Brains hoef je er blijkbaar niet voor te hebben.

Er zijn ook positieve uitzonderingen. De Amerikaanse software-architect Bill Gates bijvoorbeeld. Zijn verdienste is niet alleen dat hij de rijkste persoon ter wereld is (met een geschat vermogen van 46,6 miljard dollar), maar ook dat hij (samen met zijn vrouw Melinda) de grootste privé-gift voor een goed doel ooit -6 miljard dollar- overmaakte. Via een eigen liefdadigheidsfonds richt hij zich op duurzame oplossingen voor wereldwijde gezondheidskwesties. Op de vraag wat het voor hem betekent om een Guinness Wereldrecord te bezitten, zegt hij: „Dat is een grote eer, maar ik ben vooral blij dat ik mijn talenten heb kunnen gebruiken om het leven van anderen te verbeteren.”

Nuttig
De Amerikaanse forensisch tekenares Lois Gibson bracht met haar gedetailleerde compositietekeningen meer dan 150 misdadigers uit Texas voor het gerecht. Ze bezit daarmee het record van het grootste aantal misdadigers dat door tekeningen van een tekenaar is herkend. Gibson reageert bescheiden op haar wereldrecord. „Daarmee lijkt al dat moeizame geploeter toch de moeite waard. Mijn huidige en toekomstige collega’s moeten weten dat compositietekeningen echt nuttig zijn om zaken op te lossen. Guinness World Records biedt me een forum om dit vak ook in andere landen bekendheid te geven, naast Canada en de VS. Andere landen hebben ook forensisch tekenaars nodig!” Bij dezen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer