Vakbonden en overheden proberen uit alle macht digitale platformen voor werk knock-out te slaan met rechtszaken. Platformen doen op hun beurt weinig moeite om zich aan te passen aan de spelregels van dit land. Constructief overleg kan juist helpen om een juiste balans te vinden tussen vrijheid en werkzekerheid.
De afgelopen maanden was er opnieuw veel ophef rond platformwerk. Deliveroo verloor in Nederland een zaak van de FNV en freelanceplatform Temper is gewoon een uitzendbureau, aldus de Arbeidsinspectie. Desondanks valt het tij niet te keren.
We zien al jarenlang de trend dat werk en de traditionele baan elkaar ontgroeien, een gevolg van onder meer globalisering en technologische ontwikkelingen. Onlineplatformen spelen hier handig op in. Zeker in Nederland is het volume van platformen nog relatief marginaal. Maar deze trend zal ook hier doorzetten, al gaat dat moeizaam in ons moerassige polderlandje. De gevestigde orde (vakbonden en overheden) proberen uit alle macht deze nieuwkomer knock-out te slaan. De aanjagers achter deze platformen doen anderzijds ook bar weinig moeite om enigszins aan te sluiten op de spelregels van ons land.
De voorman van het CNV liet ook van zich horen. Op alle flexibele contracten zou een toeslag van 30 procent moeten komen, kosten die via de belasting door de werkgever worden betaald. De bond zou graag zien dat het aantal flexcontracten sterk afneemt. „We willen voorkomen dat, als de economie aantrekt, werkgevers weer grijpen naar het flexibele arbeidscontract en we straks opnieuw een recordaantal flexwerkers hebben in Nederland”, zegt Piet Fortuin, voorzitter van de club.
Digitaal tijdperk
Fortuin lijkt onvoldoende te beseffen dat de wereld de afgelopen decennia sterk veranderd is. Keuzevrijheid en ”on demand” zijn daarin sleutelbegrippen geworden. Het industriële tijdperk is overgegaan in een digitaal tijdperk waarin big data en kunstmatige intelligentie een steeds grotere rol spelen. De maakindustrie decentraliseert tot achter de voordeur met 3D-printing. Robots en software automatiseren veel van het repetitieve werk. (Samen)werken en het genereren van een inkomen verschuift van de traditionele baan richting netwerken en platformen. Deze nieuwe structuren maken de (schaarse) arbeidsmarkt efficiënter. Flexibele contracten hebben daarin een spilfunctie en zijn zeker geen minderwaardige vorm van werken, zoals Piet Fortuin lijkt te suggereren. Wel zullen bestaande mechanismen (bijvoorbeeld het stelsel van sociale voorzieningen en de cao’s) aangepast moeten worden om voldoende zekerheid te bieden voor de verschillende groepen in de arbeidsmarkt.
Volgens diverse onderzoeken (onder andere van McKinsey ) omarmen veel werknemers de digitale transitie die gaande is. Ze zijn klaar met hiërarchische modellen en bureaucratie, inclusief de vakbond. Velen van hen willen meer autonomie, verantwoordelijkheid en flexibiliteit bij de invulling van hun werkzame leven. Waar, wanneer en hoeveel ze werken, arbeidsvoorwaarden, wel of geen pensioenopbouw, ze bepalen het zelf. Waarom zou dat in beton gegoten moeten zijn?
Administratieve lasten
Van de polderpartijen valt voorlopig niet veel aanpassingsvermogen te verwachten, gezien de recente rechtszaken. Platformbedrijven zullen allereerst zoveel als mogelijk moeten aansluiten op wat we gewend zijn qua spelregels om vanuit die positie draagvlak te creëren voor deze transformatie.
Feit is dat veel platformen de samenwerking tussen werknemer en opdrachtgever enkel faciliteren via het freelance model (overeenkomst van opdracht). Dat houdt in dat de werkende zijn belastingen, risico’s en inkomensvoorzieningen zelf moet regelen en met een behoorlijke administratieve last zit. Veel mensen zijn daar niet voor in de wieg gelegd, wat in sommige gevallen zelfs leidt tot financiële problemen en uiteindelijk ook een maatschappelijke kostenpost. Daarnaast zijn cao’s in deze situatie ook niet van toepassing, wat onderbetaling in de hand werkt. Oftewel, een te laag tarief om naast een eerlijk inkomen ook de nodige voorzieningen te kunnen treffen voor risico’s en je oude dag.
Platformen zouden werk moeten maken van integratie van bestaande wet- en regelgeving in hun algoritmes. Het is technisch mogelijk om de platformwerker een beloning te garanderen die vergelijkbaar is met de cao. Daarnaast, ‘dwing’ de platformwerker niet per definitie in een freelance constructie, maar biedt partijen de keuzevrijheid om voor arbeidsvoorwaarden te kiezen die partijen het beste past. Dat zou zelfs een arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd kunnen zijn, tussen het platform en de werknemer welteverstaan.
Balans
Vanuit deze insteek zou een constructief polderoverleg moeten kunnen plaatsvinden, in plaats van eindeloze rechtszaken waar niemand wat mee opschiet. Met als doel om de arbeidsmarkt het technologisch tijdperk in te loodsen en de voordelen van deze digitale transitie voor het geheel van de samenleving te realiseren. Naast economische voordelen zijn dat immateriële voordelen. Vrijheid in werk maakt mensen gelukkig. Zeker in ‘de polder’ zijn platformen in de positie om daarin de juiste balans tussen vrijheid én zekerheid.
De auteur is oprichter en CEO van online werkplatform Maqqie.