‘Kleine verbouwingen vooral betaald met spaargeld’
Mensen die de afgelopen twaalf crisismaanden besloten hun woning te verbouwen, braken daarvoor meestal hun spaargeld aan. Volgens het Kadaster hebben veel mensen de crisis aangegrepen om hun huis onder handen te nemen, maar dit is niet terug te zien in cijfers over aanvullende hypotheken.
Het aantal aanvullende leningen tot 100.000 euro nam in de eerste maanden van 2020, nog voor de crisis uitbrak met bijna 50 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. In de loop van 2020 nam dat aantal verder toe, maar minder sterk dan daarvoor. In de tweede helft van vorig jaar blijft volgens het Kadaster het aantal aanvullende leningen onder de 25.000 euro achter. „Het is dus aannemelijk dat eigenaren kleinere verbouwingen aan hun woning betaalden met hun spaargeld”, zo wordt geconcludeerd.
In een overzicht over een jaar crisis merkt het Kadaster verder op dat kopers uit de vier grote steden vaker verder weg verhuisden. Door het thuiswerken is de afstand naar kantoor minder belangrijk. Overigens is deze trend al langer gaande, maar de toename van verre verhuizers vorig jaar was sterker dan die van de zes jaren daarvoor.
Verder benadrukte het Kadaster nog eens dat woningprijzen naar recordhoogte zijn gestegen. De prijzen in februari lagen dik 10 procent hoger dan een jaar eerder.
De aanpassing van de overdrachtsbelasting per 1 januari zorgde verder voor een piek in de woningtransacties in december. Particuliere investeerders sloegen hun slag voordat de overdrachtsbelasting van 2 naar 8 procent ging. Kopers van onder de 35 wachten juist tot na 1 januari omdat voor hen dan geen overdrachtsbelasting zou gelden.
Verder heeft de coronacrisis ook niet gezorgd voor een daling van het aantal transacties, integendeel. In de afgelopen twaalf coronamaanden wisselden 243.946 woningen van eigenaar. Dat is meer dan in dezelfde periode van het recordjaar 2017.