Een aantal van de dramatische acties door jonge Molukkers, woedend omdat ze vonden dat Nederland zijn beloften aan hun families niet nakwam, speelde zich in de jaren zeventig ook in deze provincie af.

Kamp Schattenberg in Drenthe was met ruim 2500 inwoners een van de grootste woonoorden voor Molukkers van Nederland. Drentse Molukkers kwamen verder voor een groot deel terecht in Molukse wijken in Hoogeveen, Bovensmilde en Assen.

Het museum heeft volgens eigen zeggen bewust voor een expo 72 jaar na terugkeer gekozen, om zoveel mogelijk aandacht te krijgen en ook omdat er al een tentoonstellingsprogramma was in de Abdijkerk, het deel van het museum waar de grote tentoonstelling zal worden gehouden.

In de tentoonstelling Molukkers in Drenthe presenteert het Drents Museum minder bekende verhalen uit het Molukse verleden van de provincie, zoals over de vrouwenloods, de wekenlange bootreis van Indonesië naar Nederland en de manier waarop Molukse jongeren de jaren zestig in Drenthe beleefden.

„De moeizame verhouding met de Nederlandse overheid, die zich door de hele geschiedenis heen tamelijk gevoelloos opstelde ten opzichte van de Molukkers, loopt als rode draad door de tentoonstelling”, aldus een woordvoerster.

Burgemeesters van elf gemeenten met een Molukse gemeenschap riepen het nieuwe kabinet afgelopen weekeinde op het leed te erkennen dat de Molukkers is aangedaan. Ook vinden de burgemeesters dat meer moet worden geïnvesteerd in de Molukse gemeenschap.

Molukkers zaten veelal in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en daarom zagen veel Indonesiërs hen na de onafhankelijkheid van hun land als verlengstukken van de Nederlanders.