Van der Eb: Gebruik embryonale cellen voor vaccinontwikkeling moreel verantwoord
Uit foetaal weefsel ontwikkelde hij menselijke cellijnen die bijna een halve eeuw later worden gebruikt voor diverse coronavaccins. Prof. Lex van der Eb (87) uit Oegstgeest: „Als christen en mens vind ik het mooi dat het anders verloren gegane weefsel van deze foetussen nu een bijdrage levert aan het redden van miljoenen levens.”
Verschillende coronavaccins zijn gestoeld op cellijnen die Van der Eb, voormalig moleculair bioloog aan de Universiteit Leiden, decennia terug ontwikkelde. Het vaccin van AstraZeneca, het Russische Sputnik V-vaccin en het Chinese vaccin van Cansino: allemaal gebaseerd op HEK-293, een cellijn die de Nederlander ontwikkelde uit niercellen van een in 1973 in Leiden geaborteerde foetus.
De Leidse farmaceut Janssen maakt gebruik van een andere cellijn die Van der Eb ontwikkelde: PER.C6. Deze cellijn stamt af embryonale retinacellen die de tumorviroloog in 1985 in Leiden verkreeg uit een geaborteerd embryo.
De cellen die Van der Eb ontwikkelde, dienen als fabriekje waarin de coronavaccins worden geproduceerd. Deze vaccins bestaan uit een onschadelijk gemaakt adenovirus met een ingebouwd stukje coronavirus, waartegen het lichaam na een prik een afweerreactie opbouwt.
Klopt het dat er geaborteerde foetussen aan te pas zijn gekomen?
Van der Eb: „Dat klopt. De legaal geaborteerde foetus uit 1973 werd ter beschikking gesteld aan de wetenschap. Ook de abortus provocatus uit 1985 was legaal. Na afloop van deze medische ingreep werd toestemming gevraagd en verkregen van de donor om het weefsel voor onderzoeksdoeleinden te gebruiken.
Er is dus geen abortus gedaan óm weefsel te verkrijgen, maar het weefsel kwam na een abortus beschikbaar.
Als christen en mens vind ik het mooi dat het anders verloren gegane weefsel van deze foetussen nu een bijdrage levert aan het redden van miljoenen levens. Het gebruikmaken van deze techniek acht ik dan ook moreel verantwoord.”
Wat vindt u van de kritiek van christenen op het gebruik van embryonale cellen?
„Het voor de wetenschap gebruikte weefsel was niet meer levensvatbaar. Ik hoop daarom dat men inziet dat dit juist de mensheid kan helpen.
Vragen van mensen begrijp ik, maar hopelijk is nu duidelijk dat het gaat om serieuze, eerlijke wetenschap, ook zonder enig persoonlijk gewin of belang.”
De Amerikaanse arts Stanley Plotkin (88), die in de jaren 60 een vaccin tegen rodehond ontwikkelde, maakte ook gebruik van cellen van geaborteerde foetussen. Hoe kijkt u aan tegen Plotkin?
„Ik heb alleen onderzoek gedaan naar het ontstaan van kanker, geen vaccinonderzoek. Onze werkterreinen lagen dus niet op hetzelfde vlak en ik ken zijn werk niet. Ik heb niet de behoefte om uit te zoeken waar zijn cellen vandaan komen. Voor mij is het belangrijk dat ik mijzelf en mijn vroegere onderzoeksteam te allen tijde medisch-ethisch kan verantwoorden.”
Zijn foetale cellen nodig voor het produceren van deze vaccins?
„Nee. Je zou ook een kweek van gewone menselijke cellen kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld de bekende HeLa-cellen.”
Waarom hebt u toch voor foetale cellen gekozen?
„Mijn onderzoek spitste zich in eerste instantie toe op de vraag hoe een virus een menselijke cel kan transformeren in een tumorcel. Om dit mechanisme te bestuderen, koos ik voor een onschuldig adenovirus in een weefselkweek van foetale niercellen. Bij cellen van oudere menselijke oorsprong lukt transformeren niet.
Foetale cellen zijn jonge cellen en hebben het vermogen om zich goed te kunnen delen. Een ander voordeel is dat de kans kleiner is dat ze al eerder zijn besmet geraakt.
Dierlijke cellen zijn niet bruikbaar omdat ze te veel afwijken van menselijke cellen en bijvoorbeeld iets andere eiwitten maken.
Later zijn we ons gaan bezighouden met gentherapie, waarbij de werking van een niet goed functionerend gen wordt ondervangen door een gezond gen toe te voegen. Hiervoor is de cellijn PER.C6 ontwikkeld.
Toen de gentherapie niet lukte, is de PER.C6-lijn overgenomen door het Leidse biotechbedrijf Crucell –sinds 2011 onderdeel van farmaceut Janssen– en ingezet voor het maken van vaccins. Ik heb zelf nooit onderzoek naar vaccins gedaan.
De in mijn laboratorium ontwikkelde cellijnen hebben geholpen bij het maken van vaccins voor het bestrijden van de huidige pandemie. Dat kan vele miljoenen mensen behoeden voor ziekte en dood.”